Welke toetsen kun je gebruiken om het niveau van technisch lezen op woordniveau, tekstniveau en pseudowoorden vast te stellen?
Het decoderen van woorden is de kern van de technische leesvaardigheid. Bij het lezen van tekst spelen meerdere factoren een rol, die bij het lezen van losse woorden niet spelen. De kwaliteit van het lezen van pseudowoorden zegt iets over fonologische vaardigheden en de toepassing ervan bij het decoderen van woorden. Informatie over de kwaliteit van het lezen van tekst en van pseudowoorden krijgen hun betekenis tegen de achtergrond van de kwaliteit van de directe woordherkenning. Recentelijk zijn er twee nieuwe tests voor technisch lezen op woordniveau op de markt verschenen. Dit gaf aanleiding tot vele vragen. Hier volgt een vergelijkende beoordeling van alle beschikbare tests voor technisch lezen van zowel woorden, tekst als pseudowoorden. Aan de orde komen DMT, 3DM, TLT, TLW, EMT, IEP en redzaamheidslezen.
De DMT van Cito is sinds jaar en dag de meest gebruikte woordleestest binnen het LVS. Voor optimale bruikbaarheid heeft Cito onlangs T-waarden van de leesvaardigheidsscores vrijgegeven omwille van de vergelijkbaarheid van verschillende tests en toetsen. Deze zijn op te vragen bij de Klantenservice van Cito. Voor tekstlezen zijn er de AVI-toetskaarten.
Het gerucht doet de ronde, dat Cito van plan zou zijn de DMT uit de markt te nemen en te vervangen door het in ontwikkeling zijnde nieuwe LVS ‘Leerling in beeld’. Dit wordt door Cito tegengesproken, het tegendeel is waar. Het plan is de DMT up-to-date te houden en als zelfstandige uitgave te blijven voeren.
De Leestaak uit de 3DM bestaat uit losse woorden, genormeerd voor schoolgroepen. De 3DM geeft sinds jaar en dag de resultaten weer in o.a. T-scores. U neemt de score op set 1 (hoogfrequente woorden) om te bepalen of een leerling bij de zwakste 10% dan wel bij de zwakste 6,7% scoort. De resultaten op set 2 (laagfrequente woorden) en 3 (pseudowoorden) krijgen hun betekenis tegen de achtergrond van set 1.
Uitgeverij Boom werkt al enige tijd aan een nieuw LVS. Eerder verscheen de Boom Technisch Lezen Tekst (TLT). Een enkele kaart met een tekst die begint met eenvoudige woorden (AVI M3) en eindigt met complexe woorden (AVI M8). Anders dan bij de AVI-toetskaarten kan dezelfde tekst in alle groepen van de basisschool worden gebruikt.
Zeer recent verscheen de Boom Technisch Lezen Woorden (TLW). Eén kaart voor de hele basisschoolperiode begint op het niveau van de DMT-1 en eindigt met woorden op niveau DMT-3. Boom heeft bij beide T-waarden toegevoegd aan de rapportage. In ontwikkeling is: de Boom Technisch Lezen Pseudowoorden (TLP).
Bij uitgeverij Pearson verschenen de EMT en de Klepel. Het betreft een recente hernormering van de oorspronkelijke toetsen uit resp. 1973 en 1994. De gebruikelijke wijze van normeren van vaardigheden die sterk afhankelijk zijn van onderwijs/instructie, is leerlingen te vergelijken met leerlingen die evenveel maanden leesonderwijs hebben ontvangen. Dit was ook het geval bij de voorlaatste versie van de EMT. De auteurs van de laatste versies van EMT en Klepel hebben echter gekozen voor een normering op basis van kalenderleeftijd. Zo zijn er normen voor leerlingen van 8;0 ‑ 8;5, 8;6 ‑ 8;11, 9;0 – 9;5 enz.
De leeftijdsnorm is dat bijvoorbeeld de score van een leerling van 8;7 jaar op toetsmoment E4 wordt vergeleken met alle leerlingen met een kalenderleeftijd die varieert van 8,6 tot en met 8;11. Leerlingen in die leeftijdsgroep kunnen op een doorsnee school gevonden worden van april groep 4 tot en met juli groep 5.
Een normgroep die homogeen is qua kalenderleeftijd heeft een grote spreiding qua didactische leeftijden. Een groep met een bepaalde didactische leeftijd laat juist een grote spreiding in kalenderleeftijden zien. Dit laatste heeft de voorkeur als het gaat om vaardigheden die sterk samenhangen met en worden beïnvloed door schoolervaring. De spreiding bij leeftijdsnormen is (veel) groter dan bij didactische leeftijdsnormen. Dat betekent, dat met de EMT (veel) meer vals negatieven zullen voorkomen dan met toetsen die genormeerd zijn op basis van didactische leeftijden.
De conclusie kan niet anders zijn dan dat de EMT met leeftijdsnormen niet geschikt is voor gebruik in het kader van een LVS, voor onderkennende diagnostiek of voor behandelingsevaluatie. De auteurs is dringend gevraagd om EMT en Klepel te voorzien van normen per half schooljaar. Tot deze beschikbaar zijn, inclusief T-scores, is het gebruik van de EMT als instrument in het kader van een LVS dan wel van dyslexie diagnostiek en behandeling, niet mogelijk.
Op grond van de beperkte informatie die beschikbaar is, lijkt het IEP-LVS niet aan de basale psychometrische kwaliteitseisen te voldoen. De indruk bestaat zelfs, dat sprake is van methodegebonden criteriumtoetsen. Het ontbreken van een methodeonafhankelijke woordleestest is niet acceptabel.
Kortom, de IEP-toetsen kunnen, tot het tegendeel wordt aangetoond, niet gebruikt worden voor een aanmelding voor vergoede diagnostiek en eventueel behandeling, omdat het feitelijke leesniveau er niet mee kan worden vastgesteld.
In het Redzaamheidslezen is voor zover bekend de toetsing in het kader van het LVS op twee punten aangepast. Allereerst zijn de normen versoepeld. Dit levert vanzelfsprekend minder uitvallers op, maar ook meer vals negatieven. Daarnaast is de standaardinstructie gewijzigd. Leerlingen wordt niet gevraagd de woorden zo snel mogelijk te lezen. Er is meestal sprake van een zgn. ‘Trade Off’ tussen tempo en accuratesse. Daarbij blijkt het leesgedrag gevoelig voor instructie. Vraag leerlingen om zo snel mogelijk te lezen en ze gaan versnellen met meer fouten als gevolg. Vraag ze om secuur te lezen, dan daalt het tempo. Door de standaard instructie te wijzigen meet de test niet meer hetzelfde. Kortom de DMT-R (de redzaamheidsvariant van de DMT) kan, tot het tegendeel wordt aangetoond, op dit moment niet worden gebruikt voor een aanmelding voor vergoede diagnostiek en eventueel behandeling.
Samenvattend, om de drie aspecten van technisch lezen te toetsen zijn er op dit moment de volgende mogelijkheden:
Woordlezen | Pseudowoordlezen | Tekstlezen |
1. 3DM | 3DM | AVI |
2. 3DM | 3DM | Boom-TLT |
3. DMT | 3DM | AVI |
4. DMT | 3DM | Boom-TLT |
5. DMT | EMT+Klepel | AVI |
6. DMT | EMT+Klepel | Boom-TLT |
7. Boom-TLW | EMT+Klepel | AVI |
8. Boom-TLW | EMT+Klepel | Boom-TLT |
Toelichting bij opties 5 t/m 8:
Het niveau van woordlezen leidt u af van de DMT, de 3DM of van de Boom-TLW. Als u de Klepel afneemt, heeft u dezelfde interpretatiemoeilijkheid als bij de EMT door het gebruik van leeftijdsnormen. U gebruikt EMT en Klepel daarom niet om het niveau – en daarmee de achterstand – te bepalen. Wel beoordeelt u de prestatie op de Klepel tegen de achtergrond van de prestatie op de EMT. Je verwacht een lagere score, de RS op Klepel is vanaf groep 4 gemiddeld de helft van de RS op de EMT. Bijvoorbeeld als de ruwe Klepelscore bijna even hoog is als de ruwe EMT-score, duidt dat op een overmatig gebruik een spellende strategie; is de ruwe Klepelscore veel lager dan 50% van de ruwe EMT-score, dan compenseert de leerling waarschijnlijk zijn fonologisch tekort die resulteert in een radende strategie.