Digitale inclusie: iedereen moet kunnen meedoen
‘We communiceren in Nederland steeds meer digitaal. Dat heeft een grote invloed op het leven van iedereen. Technologie kan ons land klaarmaken voor de toekomst. Het biedt kansen. Maar voor veel mensen gaan de ontwikkelingen erg snel. Daar moeten we rekening mee houden. We gaan ervoor zorgen dat iedereen mee kan doen in de digitale samenleving. Ook de mensen die extra hulp nodig hebben.’ Zo begint de brief die minister Knops van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) op 12 december aan de Kamer stuurde.
In zijn brief over digitale inclusie zegt de minister dat de overheid de digitale dienstverlening beter moet laten aansluiten op de wensen en behoeften van gebruikers. Hij heeft vier hoofddoelen gesteld:
- Digitale diensten voor iedereen makkelijker maken
- Mensen helpen om met digitalisering om te gaan
- Uitleggen wat de gevolgen van digitalisering zijn
- Samenwerking met bedrijven en andere organisaties
Met de samenwerking met andere organisaties bedoelt de minister bijvoorbeeld ook ervaringsdeskundigen zoals taalambassadeurs, mensen die moeite hebben met lezen en schrijven. Zij hebben geholpen om de plannen in begrijpelijke taal op te schrijven.
In het kader van de tweede doelstelling kondigt de minister aan dat het ministerie van BZK mee gaat doen met het nieuwe landelijke programma Tel mee met Taal 2020+: ‘Met dit programma helpen we mensen die hulp nodig hebben met lezen, schrijven én digitalisering. We geven in het nieuwe programma extra aandacht aan het omgaan met digitalisering.’
Voor de uitvoering van het beleid is in de eerste 3 jaar ongeveer 17 miljoen euro beschikbaar en daarna structureel 5,4 miljoen euro per jaar.
Lees de volledige Kamerbrief digitale inclusie – iedereen moet kunnen meedoen.