Ga naar de inhoud
Als het over kwaliteit in dyslexiezorg gaat

NIEUWSBERICHTEN

Welke toetsen kunnen door scholen worden gebruikt om achterstand aan te tonen bij kinderen met een vermoeden van dyslexie?

Dyslexie is een probleem met de leestechniek op woordniveau. Dat is een empirisch gegeven. Om (een vermoeden van) dyslexie vast te stellen, is de leesvaardigheid op woordniveau dan ook essentieel. Zowel accuratesse als snelheid zijn belangrijke maten voor leesvaardigheid. Om de achterstand van technisch lezen aan te tonen bij kinderen met een vermoeden van dyslexie moet dus een toets op woordniveau, die zowel tempo als accuratesse beoordeelt, worden gebruikt.

Er zijn al vaker initiatieven geweest om bij de toetsing van leesvaardigheid tekstlezen centraal te stellen: het zou niet nodig zou zijn om kinderen te beoordelen op hun niveau van woordlezen, omdat woordlezen in de praktijk nooit gevraagd wordt. De denkfout die hierbij gemaakt wordt, is dat in een complexe taak als het lezen van tekst een aantal factoren meer meespeelt dan alleen de techniek van het woordlezen. Slechts een meting op tekstniveau vertroebelt daardoor het zicht op de technische leesvaardigheid. Taken als het lezen van pseudowoorden en het lezen van tekst hebben in het didactisch onderzoek (slechts) hun betekenis ten opzichte van de leesvaardigheid van losse woorden.

Om een vermoeden van dyslexie te onderbouwen in het onderwijs, moet dus gebruik gemaakt worden van een toets voor technisch lezen op woordniveau. Momenteel zijn voor scholen de Drie Minuten Toets (DMT; Cito) en Technisch Lezen Woorden (TTL-W; Boom) beschikbaar.

Back to top