Ga naar de inhoud
Als het over kwaliteit in dyslexiezorg gaat

NIEUWSBERICHTEN

Moet een zorgaanbieder een leerlingdossier met drie meetmomenten, waarvan één tussenmeting, afwijzen?

In de praktijk kan er sprake zijn van verbijzonderde omstandigheden. Het betreft hier bijvoorbeeld vervroegde aanmelding bij een zeer verontrustende lees- en spellingontwikkeling waarbij een forse terugval/stagnatie ten opzichte van het eigen verwachte niveau zichtbaar is of als er sprake is van forse erfelijke belasting al dan niet gepaard met hoogbegaafdheid. Het is aan de zorgaanbieder om de onderbouwing van het leerlingdossier te beoordelen.
Zorgaanbieders hebben de (wettelijke) plicht om ‘verantwoorde hulp’ te bieden. Dat houdt ook in dat aanbieders kinderen die evident zorg nodig hebben, hen die zorg niet mogen onthouden. Die plicht geldt ook in geval school beredeneerd van de leidraad afwijkt. Aanbieders moeten uiteraard in de lijn van de leidraad kunnen motiveren en verantwoorden waarom zij op basis van de beredeneerde afwijking van de school kinderen toch toelaten tot de dyslexiezorg. Zorgaanbieders moeten dus zelf ook beredeneerd afwijken. In hun geval van het zorgprotocol ‘Dyslexie Diagnostiek & Behandeling 3.0’. De leidraad bevordert uniformering van de werkwijze in de keten maar kan niet in de verantwoordelijkheid treden die zorgaanbieders op grond van het zorgprotocol en geldende wetgeving hebben.

Back to top