Ga naar de inhoud
Als het over kwaliteit in dyslexiezorg gaat

NIEUWSBERICHTEN

Mag de school van de drie hoofdmeetmomenten afwijken?

In de praktijk wordt soms ook doorverwezen na drie opeenvolgende meetmomenten, waarvan één tussenmeetmoment. In die gevallen wordt bij uitzondering afgeweken van de regel van drie hoofdmeetmomenten. Daar kunnen verschillende redenen voor bestaan. Bijvoorbeeld als er sprake is van leerlingen met een erfelijke aanleg voor dyslexie of als bij de eerste hoofdmeting al sprake is van een ernstige achterstand met sterke signalen van forse lees- en spellingsproblematiek.
In dergelijke situaties kan worden besloten direct te starten van intensieve individuele ondersteuning omdat er redelijkerwijze geen reële verwachtingen zijn bij ondersteuningsniveau 1 en 2 binnen de school. De school beargumenteert waarom ze hiertoe besluit. Deze intensieve begeleiding moet in twee periodes van 10 tot 12 weken worden geboden. Tussen beide interventieperiodes moet een tussenmeting plaatsvinden. De periode tot het eerstvolgende hoofdmeetmoment is namelijk langer dan de periode van het eerste begeleidingstraject waarvan het effect gemeten moet worden. Door het in die gevallen ‘wachten’ tot het eerstvolgende hoofdmeetmoment zou (nog) meer achterstand opgelopen kunnen worden door kinderen dan nodig. Bij een heldere onderbouwing door de school, kan de diagnosticus beredeneerd afwijken van de leidraad. De leidraad borgt deze werkwijze ook.

Back to top