Ga naar de inhoud
Als het over kwaliteit in dyslexiezorg gaat

PROFESSIONALS

Praktijkhouders, hoofd- en medebehandelaars

Veldnorm dyslexie

De toenmalige kwaliteitsinstituten KD en NRD hebben op basis van Protocol Dyslexie Diagnostiek & Behandeling 2.0 een veldnorm dyslexiezorg ontwikkeld. In de veldnorm is ook de zogenoemde indirecte tijd expliciet gemaakt.
Het NKD heeft de veldnorm overgenomen.

Inleiding

Dyslexiezorg is sinds 2009 onderdeel van de basiszorgverzekering.
Door structurele dataverzameling ontstaat er meer inzicht in de relatie tussen de input (benodigde behandelminuten) en output (het resultaat), waardoor vraag en aanbod van de dyslexiezorg in evenwicht kunnen komen. De kwaliteitsinstituten NRD en KD (vanaf 1 januari 2017 NKD) hebben geconstateerd dat er zonder duidelijke normen grote verschillen in de omvang van het behandelaanbod zijn tussen aanbieders. Het NKD vindt het noodzakelijk om de omvang van diagnostiek en behandeling in overeenstemming te brengen met de principes van doelmatigheid en noodzakelijkheid. De veldnorm heeft ook tot gevolg dat de ongewenste verschillen in de huidige praktijkvoering verminderen.

Rationale

De analyse onderliggend aan deze veldnorm is zowel statistisch als inhoudelijk van aard (1 en 2).

  1. De statistische benadering is de analyse van de verzamelde data van 2009 tot en met oktober 2013 van alle bij het NRD aangesloten praktijken. Het betreft de berekening van de gemiddelde behandelduur (in minuten directe + indirecte tijd) die nodig is om kinderen het zorgaanbod succesvol te laten doorlopen. Om te komen van een gemiddelde tot een maximum behandelduur is gebruik gemaakt van de standaarddeviatie (spreiding rondom het gemiddelde). Vervolgens is berekend hoeveel procent van de kinderen binnen de som van gemiddelde behandelduur en de standaarddeviatie uitbehandeld zijn.
    Het blijkt dat de hieruit voortvloeiende behandelduur (3900 minuten) voldoende is om 87% van de kinderen succesvol te kunnen behandelen. Voor 13% van de kinderen ontstaat er bij dit maximum nog een probleem. .Dit zijn de zogenaamde zeer ernstig dyslectische kinderen. 75% van deze subgroep kan, ondanks de hardnekkige problematiek, binnen het maximum van de som van de gemiddelde behandelduur + 2 maal de standaarddeviatie succesvol uitbehandeld worden. Voor 25% geldt dat het eindniveau niet of pas na langdurig behandelen wordt gehaald. Aan een aantal behandelaars is gevraagd hoe problematisch het is dat deze kinderen op een lager niveau dan gewenst uitstromen. Uit deze beoordeling volgt dat dit op individueel niveau zeker kan knellen, maar dat op groepsniveau 100% resultaat bij 100% van de doelgroep ook niet haalbaar is. De bereikte 97% van de gehele populatie wordt acceptabel geacht en strookt ook met wat in de beroepsgroep gebruikelijk is.
  2. De inhoudelijke benadering betreft de analyse door een focusgroep van behandelaars uit het topsegment van bij het KD aangesloten praktijken, getoetst aan de data uit de databank. Hierin is gekozen voor een longitudinale benadering. De noodzakelijke zorgelementen zijn benoemd en volgordelijk uitgeschreven. Vervolgens zijn er data- en protocol-gecontroleerd minuten toegekend aan deze elementen. De elementen zijn gegroepeerd tot interventie-onderdelen die op zichzelf weer deel uitmaken van de diagnostiek of behandeling van kinderen met dyslexie. Ook bij deze benadering kwam een groep kinderen naar voren die onvoldoende zou profiteren van een gesteld maximum op basis van een standaard aanbod. Voor deze kinderen komt men, op basis van de ervaring in de groep praktijken en de analyse van de data uit de database, uit op een aantal extra behandelmomenten oplopend tot in totaal gemiddeld 750 minuten.

Uit de cross-analyse van de onder 1 en 2 genoemde rationalen blijkt dat er een hoge mate van overeenstemming is van de uitkomsten. KD en NRD hebben vervolgens besloten de kleine verschillen tussen de analyses op te heffen en het onderscheid, dat zich in de praktijk onomstotelijk laat zien tussen ernstige enkelvoudige dyslexie en zeer ernstige enkelvoudige dyslexie, in de veldnorm tot uiting te laten komen. Het KD en NRD spreken met deze veldnorm het vertrouwen uit in een doelmatig, duurzaam en robuust aanbod dyslexiezorg in Nederland. Inmiddels heeft het NKD de veldnorm omarmd.

Voor minimaal 90% van de DBC’s geldt:

Actie Duur
Diagnostiek 900
Behandeling 3900
Eindevaluatie en afstemming met het onderwijs 250
Totaal 5050

Voor maximaal 10% van de DBC’s geldt:

Actie Duur
Diagnostiek 900
Behandeling 4650
Eindevaluatie en afstemming met het onderwijs 250
Totaal 5800

Verdeling directe en indirecte tijd

Uit de analyses van KD en NRD blijkt een grote mate van variantie tussen de verhouding directe en indirecte tijd. Deels is dit te verklaren door verschillen in de organisatie van het primaire proces (o.a. verslaglegging wel of niet in bijzijn van cliënt). KD en NRD streven beide een reële verdeling na maar handhaven daarnaast het streven om zoveel als mogelijk en verantwoord, de ingezette tijd ten gunste van de direct cliëntgebonden tijd te laten zijn. Hierdoor stellen zij een verdeling voor van 65%-70% directe tijd en maximaal 35% indirecte tijd voor een behandel DBC (inclusief diagnostiek). Voor diagnostiek DBC’s stelt het bestuur een verdeling van 50% directe tijd en maximaal 50% indirecte tijd.

Voor een snelle uitleg, zie Factsheet Veldnorm voor Maximale Behandelduur.

Back to top