Ga naar de inhoud
Als het over kwaliteit in dyslexiezorg gaat

Veelgestelde vragen

Leidraad Ernstige Dyslexie: doorverwijzing van onderwijs naar zorg

  • Mag een leerling met dyslexie een kaart met de belangrijkste spellingsregels gebruiken? ingeklapt

    Sommige leerkrachten verbieden leerlingen met dyslexie een kaart met de belangrijkste spellingsregels te gebruiken omdat dit bij de Cito-toetsen ook niet mag. Is dit terecht?
    Wat toetsen betreft, is de eerste vraag die men zich zou moeten stellen: 'Waarom ga ik die toets afnemen? Wat wil ik weten en gaat deze toets, op deze manier afgenomen, mij het antwoord geven?' Als een leerkracht de spellingvaardigheid 'sec' wil weten, dan moet zij de toets afnemen zonder hulpmiddelen. Als de leerkracht wil weten wat de spellingvaardigheid is waarmee een leerling zich in het dagelijks leven redt, is het antwoord wellicht: met gebruik van een mobieltje. Als zij wil weten hoeveel een hulpmiddel, bijvoorbeeld een mobieltje, helpt, moet zij een prestatie met en een prestatie zonder met elkaar vergelijken.
    Is het doel van de toetsing niet terugkijkend op een eindresultaat, maar vooruitkijkend om een onderwijsplanning te maken, rekening houdend met specifieke onderwijsbehoeften, dan ligt het voor de hand om de leerling deze 'prothese' te gunnen.
    Kortom, of een leerling bij een toets met of zonder hulpmiddel werkt, moet gemotiveerd worden vanuit doel en functie van die meting.

  • Kan een leerling met een diagnose DCD in aanmerking komen voor vergoede diagnostiek en eventueel behandeling? ingeklapt

    Ja, als er een serieuze verdenking is op dyslexie. Daarbij moet wel worden beargumenteerd of dat zinvol is met het oog op:

    • Het wel of niet hanteerbaar zijn van het gedrag in een een-op-eensituatie;
    • De vraag of het gedrag, ook al is dat hanteerbaar, een effectieve behandeling niet in de weg staat. Is er bijvoorbeeld voldoende effectieve leertijd te realiseren?
    • De vraag of dyslexie de meest voor de hand liggende verklaring is voor de achterstand.

Dyslexieverklaringen

  • Ik ben mijn dyslexieverklaring kwijt. Hebben jullie een kopie? ingeklapt

    Nee, er is geen centraal register voor dyslexieverklaringen. U kunt een kopie opvragen bij degene die de dyslexieverklaring heeft afgegeven.

  • Hoe lang is een dyslexieverklaring geldig? ingeklapt

    Een dyslexieverklaring is levenslang geldig.
    Iedere onderwijsinstelling mag/moet zelf een dyslexiebeleid formuleren.
    Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de classificerende of onderkennende diagnose (de leerling heeft dyslexie) en de indicerende of handelingsgerichte diagnose (dit is de ondersteuning die deze leerling nodig heeft).
    Beleid van een onderwijsinstelling kan zijn: de onderkennende diagnose geldt levenslang, de handelingsgerichte diagnose voor een kortere periode, bijvoorbeeld vijf jaar. Indien gewenst kan samen met de leerling bekeken worden aan welke compensatie- en dispensatiemaatregelen nog behoefte is en welke daarvan een vast te stellen gunstig effect hebben. Van belang is dat leerlingen die terecht een dyslexieverklaring hebben ook adequate ondersteuning van het onderwijs krijgen.

    Zie Brede vakinhoudelijke richtlijn dyslexie.

  • Wie mogen een dyslexieverklaring afgeven? ingeklapt

    Een postmaster gedragswetenschapper dyslexie: GZ-psycholoog (BIG-register), een Kinder- en Jeugdpsycholoog (postmaster register SKJ/register NIP) en een Orthopedagoog-generalist (BIG-register).
    Zie hiervoor het praktijkenregister van het NKD.

    Voor meer informatie: NKD Leidraad Competentie- en Opleidingseisen - versie 3.0 en NKD Leidraad Uitwerking verantwoorde werktoedeling voor de organisatie - versie 1.0.

  • Is een buitenlandse dyslexieverklaring geldig in Nederland? ingeklapt

    Als een leerling in het land van herkomst een dyslexieverklaring heeft gekregen, is de vraag of deze één op één of onder voorwaarden kan worden erkend in de Nederlandse (onderwijs)context. Een aantal voorwaarden en aandachtspunten zijn van belang om de juiste afweging te maken. In veel gevallen zal een onderwijsinstelling hiermee zelf kunnen beoordelen of de dyslexieverklaring in Nederland erkend kan worden. Bij twijfel adviseert het NKD een gespecialiseerde gedragskundige te raadplegen bij de afweging of indien nodig aanvullend onderzoek te doen.

    Voorwaarden

    • De dyslexieverklaring dient gebaseerd te zijn op een diagnostisch onderzoek, waarvan het rapport beschikbaar is. Dit is noodzakelijk om de juiste afweging te kunnen maken. Alleen een verklaring volstaat niet.
    • In het diagnostisch onderzoek waarop de verklaring is gebaseerd, wordt aantoonbaar voldaan aan de drie classificatiecriteria zoals geformuleerd in het Protocol Dyslexie Diagnose & Behandeling (PDDB 3.0), te weten ernst, hardnekkigheid en specificiteit van technisch lezen op woordniveau.
    • In het diagnostisch onderzoek is in ieder geval gebruik gemaakt van (landelijk) genormeerde testen voor technisch lezen op woordniveau, waarin zowel tempo als accuratesse meewegen in de normering.
    • De verklaring is opgesteld door een professional die in het land van herkomst gekwalificeerd is voor het verrichten van diagnostisch onderzoek.

    Aandachtspunten

    • Het betreft hier nadrukkelijk alleen de diagnostiek van dyslexie. De behandelindicatie ‘Ernstige Dyslexie (ED)’ die toegang geeft tot de vergoede dyslexiebehandeling is uniek voor de Nederlandse situatie. Of er sprake is van ernstige dyslexie en een (vergoede) behandeling door een gespecialiseerde zorgprofessional noodzakelijk is, dient altijd apart te worden overwogen in een (aanvullend) diagnostisch onderzoek door een gespecialiseerde zorgaanbieder.
    • Neem voor het op waarde kunnen schatten van de validiteit van het diagnostisch onderzoek de gebruikte definitie mee in de overwegingen. Doordat de Nederlandse richtlijnen goed aansluiten bij internationale criteria zoals geformuleerd in de DSM-5 is dat vaak wel het geval (in ieder geval geldt dat voor België, Luxemburg, Duitsland, Australië, Nieuw-Zeeland en Noord-Amerika). Naast de DSM wordt ook in veel landen gewerkt met ICD (International Classification of Deseases and Related Health Problems, versie 11) en zijn er nog andere definities (zie BVRD). Verklaringen die voortkomen uit diagnostisch onderzoek gebaseerd op de DSM-5 zullen in principe overeenkomen met de classificatiecriteria zoals die in Nederland worden gehanteerd (zie hierboven). In andere gevallen kan dat ook het geval zijn, maar dit vraagt om nauwkeurige interpretatie van het in het land van herkomst uitgevoerde diagnostisch onderzoek.
    • Neem voor het op waarde kunnen schatten van de validiteit van het diagnostisch onderzoek de kwalificaties van de zorgprofessional mee in de overwegingen. In Nederland worden hoge eisen gesteld aan de kwalificaties van de diagnosticus[1]. In het buitenland is dit normaliter een psycholoog of orthopedagoog. Maar in enkele gevallen is ook een andere professional bevoegd[2].
    • Het maakt in principe niet uit in welke taal de verklaring is opgesteld, zolang degene die de verklaring beoordeelt deze maar goed kan lezen. Engelstalige verklaringen kunnen zonder vertaling geïnterpreteerd worden. Documenten in minder gangbare talen zullen eerst vertaald dienen te worden.
    • Uit de dyslexieverklaring en/of het diagnostisch rapport zal veelal blijken op welke manier het individu geholpen kan worden. Het is goed hier ook altijd met het individu zelf over in gesprek te gaan, omdat de omstandigheden in ons land mogelijk anders zijn dan in het land van herkomst of omdat de behoeften met de tijd veranderd zijn. Bij twijfel of onduidelijkheid over de te bieden hulp, adviseert het NKD een gespecialiseerde gedragskundige te raadplegen.

    [1] Zie NKD Leidraad Competentie- en Opleidingseisen
    [2] In België bijvoorbeeld, kan een dyslexieverklaring ook worden afgegeven door een academisch geschoolde logopedist

    Stroomschema

    Stroomschema waarin schematisch is weergegeven hoe de geldigheid van een buitenlandse dyslexieverklaring bepaald kan worden. Stroomschema geldigheid buitenlandse dyslexieverklaringen

  • Kent u oogartsen die gespecialiseerd zijn in dyslexie? ingeklapt

    Dyslexie is een probleem met de verwerking (door de hersenen) van geschreven taal. Dyslexie heeft niets met de ogen te maken. Maar als er een oogprobleem is, kan dat het lezen bemoeilijken of zelfs onmogelijk maken.
    Het NKD heeft geen namen van artsen die gespecialiseerd zijn in de relatie oogproblemen en dyslexie. Een arts kan alleen een probleem met het zien corrigeren, los van de vraag of er nu wel of niet sprake is van dyslexie.

Dyslexie en intelligentie

  • Hoe ga je om met (hoog)begaafde leerlingen en het vermoeden van dyslexie? ingeklapt

    Een van de kenmerken van dyslexie is, dat een leerling moeite heeft met het decoderen van woorden. Deze woorddecodeervaardigheid staat staat los van de begaafdheid van de leerling. Er is daarom geen reden om bij hoogbegaafde leerlingen af te wijken van de geldende criteria. Maar het kan zijn, dat bijvoorbeeld een score op D-niveau op een leestest waarbij een tekst gelezen moet worden, de woorddecodeervaardigheid mooier voorstelt dan die in werkelijkheid is, omdat de leerling zijn tekort weet te compenseren.
    In dat geval is het noodzakelijk om dit compensatiemechanisme in een navolgbare redenering aannemelijk te maken.
    Duidelijk moet worden beschreven waar de aanname op gebaseerd is, om welk mechanisme het gaat, hoe dat werkt en verklaart dat de leerling met een feitelijke vaardigheid op E-niveau toch een score op D-niveau heeft kunnen behalen. Bijvoorbeeld door op basis van het  lezen van pseudowoorden, van basale fonologische taken (zoals spoonerisme) of spelling van klankzuivere, maar complexe woorden met clusters van 3 of 4 medeklinkers een feitelijk veel geringere decodeervaardigheid aan te tonen, dan de toetsuitslagen suggereren.

    Zie Protocol 3.0 paragraaf 2.4.3, Toelichting betreffende intelligentiemeting: Het meten van de intelligentie is voor het stellen van een diagnose dyslexie niet noodzakelijk, maar kan een informatieve bijdrage leveren aan het beeld van beschermende en belemmerende factoren en daarmee ook aanknopingspunten voor behandeling (Blomert, 2005; Karipidis & Hong, 2020). Bij kinderen die in bredere zin achterblijvende schoolprestaties vertonen, is een intelligentiebepaling (meestal) noodzakelijk alvorens een diagnose te stellen. Voor de volledigheid is het goed te vermelden dat het accuraat en vloeiend lezen op woordniveau los staat van de (hoog)begaafdheid van de leerling (Van Viersen, 2017). Er dient daarom bij hoogbegaafde leerlingen niet afgeweken te worden van de geprotocolleerde criteria voor classificatie.

  • Hoe ga je om met laagbegaafde leerlingen en het vermoeden van dyslexie? ingeklapt

    Bij een IQ van minder dan 90 wordt geadviseerd te starten met 10 tot 15 behandelingen, waarna evaluatie plaatsvindt of er vooruitgang wordt geboekt. Afhankelijk van de bevindingen kan het behandeltraject worden voortgezet of beëindigd.
    Bij een IQ van minder dan 70 is sprake van belemmerende comorbiditeit, waarbij de eerste diagnose mentale retardatie is. Er volgt dan geen behandeling voor dyslexie.

    Zie Protocol 3.0 paragraaf 2.4.3, Toelichting betreffende intelligentiemeting: Het meten van de intelligentie is voor het stellen van een diagnose dyslexie niet noodzakelijk, maar kan een informatieve bijdrage leveren aan het beeld van beschermende en belemmerende factoren en daarmee ook aanknopingspunten voor behandeling (Blomert, 2005; Karipidis & Hong, 2020). Bij kinderen die in bredere zin achterblijvende schoolprestaties vertonen, is een intelligentiebepaling (meestal) noodzakelijk alvorens een diagnose te stellen.

Dyslexie in het voortgezet onderwijs

  • Aan welke criteria moet de voortzetting van een behandeling in het voortgezet onderwijs voldoen? ingeklapt

    In het algemeen verschuift de focus van een behandeling met de toenemende leeftijd van een kind van remediëring naar compenseren en dispenseren. Voortzetting van een behandeling, die dus op de basisschool gestart moet zijn, komt neer op afmaken van een gestart traject. Hiervoor zijn er geen aanvullende criteria.
    Het starten van een behandeling aan het eind van de basisschool, zodanig laat, dat deze doorloopt in het voortgezet onderwijs, moet goed onderbouwd worden. Waaróm vindt hier nog behandeling plaats? Gaat het wel om ernstige dyslexie?

  • Moet de behandeling in het voortgezet onderwijs gericht zijn op het technisch lezen en de woordspelling in het Nederlands? ingeklapt

    Ja. Dit betekent niet, dat er niet met tekst gewerkt mag worden. Werken met tekst is dan een vorm van compenseren voor een tekort in decodeervaardigheid.

  • Mag er binnen de vergoeding voor ED-zorg behandeld worden op werkwoordspelling, andere onderdelen van het Nederlands en vreemde talen? ingeklapt

    Nee. Werkwoordspelling wordt gezien als een taak voor school waar het het aanleren van spellingregels betreft. Als de spellingproblemen zich daartoe beperken, is er geen sprake van ernstige dyslexie. Ook als er pas problemen komen met moderne vreemde talen is de dyslexie niet ernstig. Het aanpakken van spellingproblemen in de moderne vreemde talen is een taak voor de school.

  • Wat betekent het leren van Engels voor kinderen met dyslexie? ingeklapt

    Bij de meeste dyslectische kinderen is sprake van een fonologisch tekort. Dat houdt in, dat de klankvorm van woorden (de fonologische code van ieder woord) onvoldoende gespecificeerd is. De dyslexiebehandeling is gericht op het verfijnen van die code en geslaagde behandeling is daarin geslaagd. Doorsnee kinderen hebben die ontwikkeling op eigen kracht doorgemaakt.
    Wat is nu de didactiek van het onderwijs in Engels? De kleinste eenheden in de gesproken taal, de fonemen, in het Engels wijken af van die in het Nederlands. Daar wordt geen aandacht aan besteed, anders dan dat op woordniveau wordt meegedeeld wat de correcte uitspraak is. De doorsnee leerling ontwikkelt weer op eigen kracht de specifieke kennis over de fonemen van het Engels. Aan het accent waarmee iemand Engels spreekt, is te horen in hoeverre dat gelukt is.
    Het helpt een dyslectische leerling om aan de hand van de geschreven vorm van woorden expliciet stil te staan bij de fonologische structuur van de klankvorm van woorden, net zoals dat in het aanvankelijk lezen gebeurde. Een bijzonderheid van het Engels is, dat de relatie tussen de fonemen van de klankvorm en de grafemen in de geschreven vorm van woorden veel complexer is dan in het Nederlands. De keerzijde daarvan is, dat de hoeveelheid informatie in de geschreven vorm van het woord in het Engels veel groter is dan in het Nederlands. Het komt heel af en toe voor, dat leerlingen meer op woordniveau decoderen dan op subwoordniveau en dan profijt hebben van de redundantie van de Engelse orthografie. Zij lezen dan na enige tijd beter in het Engels dan in het Nederlands. Maar dit zijn echt uitzonderingen, de voorbeelden die bekend zijn betreffen steeds leerlingen die vertrokken naar Engelssprekende gebieden. Meestal blijft het Engels veel moeilijker, vooral het spellen.

Dyslexie bij volwassenen

Diagnostische toetsen

  • Moet bij een diagnostisch onderzoek standaard een intelligentietest worden afgenomen? ingeklapt

    Een terugkerende vraag is of bij een diagnostisch onderzoek naar dyslexie standaard de bepaling van het IQ hoort. Het antwoord is drieledig.
    We onderscheiden bij dyslexie de onderkennende diagnose (of classificatie), de verklarende diagnose en de indicerende diagnose.

    • Voor de classificatie of onderkennende diagnose (antwoord op de vraag: 'Is er sprake van dyslexie?') is een intelligentiebepaling alleen aan de orde om mentale retardatie als eerste diagnose uit te sluiten. Gewoonlijk geldt een IQ van 70 daarvoor als grens.
    • Voor de verklarende diagnose kan zicht op de intelligentie, en dan naast het algemene niveau vooral ook op het intelligentieprofiel, bijdragen aan de verklaring.
    • Ten slotte de indicerende diagnose (antwoord op de vraag: 'Wat moet er nu gebeuren?'); daarvoor is zicht op het algehele niveau van begaafdheid noodzakelijk, want medebepalend voor de aanpak.

    Om een kind te kunnen beoordelen is om te beginnen kennis over twee dingen noodzakelijk: leeftijd en intelligentie. Er is vaak al veel informatie voorhanden om iets te kunnen zeggen over de intelligentie. Daarvoor is een nieuwe testafname lang niet in alle gevallen nodig.

    Zie Protocol Dyslexie Diagnostiek en Behandeling 3.0 paragraaf 2.4.3, Toelichting betreffende intelligentiemeting: Het meten van de intelligentie is voor het stellen van een diagnose dyslexie niet noodzakelijk, maar kan een informatieve bijdrage leveren aan het beeld van beschermende en belemmerende factoren en daarmee ook aanknopingspunten voor behandeling (Blomert, 2005; Karipidis & Hong, 2020). Bij kinderen die in bredere zin achterblijvende schoolprestaties vertonen, is een intelligentiebepaling (meestal) noodzakelijk alvorens een diagnose te stellen. Voor de volledigheid is het goed te vermelden dat het accuraat en vloeiend lezen op woordniveau los staat van de (hoog)begaafdheid van de leerling (Van Viersen, 2017). Er dient daarom bij hoogbegaafde leerlingen niet afgeweken te worden van de geprotocolleerde criteria voor classificatie.

Dyslexie onder de Jeugdwet

  • Mag een gemeente diagnostiek en behandeling splitsen? ingeklapt

    Sinds dyslexiezorg onder de Jeugdwet valt en de uitvoering van de Jeugdwet onder de gemeenten, kunnen gemeenten dit inderdaad eisen en diagnostiek en behandeling alleen nog vergoeden als ze bij verschillende aanbieders plaatsvinden.
    Het is bijzonder jammer als procedures op wantrouwen zijn geënt. In de geneeskunde is het niet anders dan dat diagnostiek en behandeling in één hand zijn.

Back to top