Ga naar de inhoud
Als het over kwaliteit in dyslexiezorg gaat

NIEUWSBRIEF 18

Waarnemend secretaris WARD Maud van Druenen:
“Maatwerk essentieel”

Maud van Druenen is waarnemend secretaris van de Wetenschappelijke Adviesraad Dyslexie (WARD). Wat betekende het afstandsonderwijs voor de ondersteuning aan zwakke lezers en zwakke spellers? En hoe kan de ondersteuning aan deze kinderen weer zo goed mogelijk een vervolg krijgen? Lees het interview. 

Maud van Druenen is zelfstandig onderwijsadviseur. Tot voor kort werkte ze bij het Expertisecentrum Nederlands en is onder meer medeauteur van de Protocollen Leesproblemen en Dyslexie voor het onderwijs en de Handreiking voor de invulling van ondersteuningsniveau 2 en 3 bij het vermoeden van Ernstige Enkelvoudige Dyslexie.
“In het uitdenken van deze handreiking hebben functionarissen vanuit onderwijs en zorg intensief met elkaar opgetrokken. Dat vind ik een erg sterk en mooi aspect. Ik hoop dat we dat in de toekomst veel blijven doen: elkaar opzoeken en samen goede dingen ontwikkelen om zo de afstemming tussen onderwijs en zorg te blijven verbeteren.”

Praktische vertaling van wettenschappelijke kennis

Maud is sinds dit voorjaar waarnemend secretaris van de WARD. Welke bijdrage wil ze hierin leveren? “Ik vind het erg belangrijk dat we wetenschappelijke kennis vertalen naar de onderwijspraktijk, en uiteraard ook naar de behandelpraktijk. Er is veel wetenschappelijke kennis beschikbaar, bijvoorbeeld over effectieve componenten voor de invulling van de ondersteuningsniveaus 2 en 3. Maar het is moeilijk om er werkelijk handen en voeten aan te geven in de school en in de klas. Voor die praktische vertaalslag wil ik me graag inzetten. Niet alleen binnen de WARD, maar ook in mijn rol als onderwijsadviseur, waarin ik met uitgevers van methodes en materialen samenwerk.”

Zoeken naar maatwerkoplossingen

Maud van Druenen heeft respect voor hetgeen leerkrachten, zorgspecialisten en behandelaars hebben gerealiseerd in de periode waarin in principe alleen op afstand werd gewerkt. “Neem de leerkrachten. Zij hebben voor alle kinderen goed onderwijs moeten bieden. Voor kinderen met lees- en spellingproblemen hebben ze ook nog eens zo goed mogelijk een ondersteuningstraject moeten uitvoeren. Dat is echt een uitdaging! En vergeet de ouders niet, die opeens een heel andere rol kregen. We zagen dat er in deze periode ook heel constructieve gesprekken zijn gevoerd tussen onderwijs, zorg, samenwerkingsverbanden en gemeenten. Samen is gezocht naar maatwerkoplossingen, om te voorkomen dat er leerlingen tussen wal en schip zouden vallen. Dat is heel sterk.”

Ouders opeens nog belangrijker factor

Het herstarten van de scholen is eveneens een grote uitdaging. Maud benadrukt hoe belangrijk het is dat scholen weer snel zicht krijgen op de vraag waar leerlingen staan. Zij vermoedt dat er flinke verschillen zijn in de ontwikkeling die de zwakke lezers en spellers tijdens het afstandsonderwijs hebben doorgemaakt. “Het is erg afhankelijk van wat er in de afgelopen periode gebeurd is. Meer dan ooit hangt het ook sterk samen met wat de ouders hebben kunnen doen. Normaal gesproken biedt de leerkracht of zorgspecialist de interventies op school aan. Nu aan ouders is gevraagd om dit voor een stuk op te pakken, zijn zij opeens een heel belangrijke factor geworden.”

Toets waar mogelijk

“In beeld brengen waar leerlingen staan, kan bijvoorbeeld door te observeren en door met ze in gesprek te gaan, maar uiteraard ook door het afnemen van toetsen en foutenanalyse op het gebied van lezen en spellen. Het is fijn dat CITO een alternatieve normering beschikbaar heeft gesteld voor september en oktober. Scholen die geen kans zien om nu te toetsen, moeten daar zeker gebruik van maken. Maar als ik een advies zou mogen geven, dan zou ik er wel voor willen pleiten om in ieder geval goed in kaart te brengen hoe de zwakke lezers en spellers ervoor staan. Een toets is daarvoor in mijn ogen de beste manier. Op basis daarvan kun je direct bepalen welke ondersteuning het kind nodig heeft.”

Aangepaste toelatingscriteria NKD

De Subsidieregeling inhaal- en ondersteuningsprogramma’s onderwijs 2020–2021 biedt scholen mogelijkheden voor het ontwikkelen en aanbieden van programma’s voor kinderen, leerlingen en studenten die extra ondersteuning nodig hebben om leer- en ontwikkelachterstanden of studievertraging te kunnen inhalen. Het gaat om achterstanden en vertragingen als gevolg van de sluiting van scholen/instellingen door het coronavirus.
Maud vindt het waardevol dat deze subsidie er nu is. En wat haar betreft geldt dat ook voor de aangepaste toelatingscriteria die het NKD heeft opgesteld. “Voor kinderen voor wie de dyslexiezorg noodzakelijk is, is dit heel belangrijk. Als onderwijs en zorg hebben we een gezamenlijke verantwoordelijkheid om integer met deze ruimte om te gaan. We moeten dit met elkaar doen.”
Maud beveelt in dit verband ook een artikel op Dyslexie Centraal aan.

Back to top