Ga naar de inhoud
Als het over kwaliteit in dyslexiezorg gaat

NIEUWSBRIEF 18

Het belang van de pedagogische relatie

Machteld Bakker is eigenaar van Leeskliniek Schoolbreed. In haar diagnose en behandeling zijn orthodidactiek, neuropsychologie en toegepaste gedragsleer geïntegreerd. De transfer van de behandeling naar de school vindt zij een van haar kerntaken. Hierin moet het wat haar betreft echt gaan om een uitwisseling op microniveau, met een belangrijke plek voor de ideeën van het kind.
“Al dertig jaar zijn lezen en leesproblemen mijn passie. In de jaren negentig ben ik bij het Pedologisch Instituut Rotterdam gaan werken, waar destijds gestart werd met de behandeling van ernstige leesproblemen en dyslexie. In de diagnose en behandeling werden elementen uit de neuropsychologie, de orthodidactiek en de toegepaste gedragsleer geïntegreerd. Het stroomdiagram, dat ik destijds met Chris Struiksma [red: bestuurslid NKD] ontwikkelde, gebruik ik nog steeds”, vertelt Machteld Bakker.

Afbeelding van het Stroomdiagram

Pijlers van de behandeling: lezen en gedrag

Over het stroomdiagram zegt Machteld: “Om tot een goede diagnose te komen, hebben we uit drie disciplines informatie nodig, waar je vervolgens je behandelplan op afstemt. De instructie die je geeft, heeft altijd een leestechnische component en een gedragscomponent. Bij gedrag hebben we het bijvoorbeeld over het stimuleren van zelfvertrouwen. Door de autonomie van het kind te erkennen en door het kind verantwoordelijkheid te geven, kun je dit zelfvertrouwen opbouwen. Dat is een cruciaal element van de instructie.”

Repsonse to instruction

“Als behandelaar ben je voortdurend alert op de feedback van het kind. Hoe reageert het kind op jouw behandeling en instructie? Reageert het kind zoals je zou verwachten, is het prima, dan ga je gewoon lekker door. Maar het gebeurt veel vaker dat er iets gebeurt wat je niet had verwacht of gehoopt. Het kind gooit bijvoorbeeld de kont tegen de krib, wordt stiller of banger. Dit niet-pluis-gevoel dwingt je om na te denken: wat moet er in mijn instructie veranderen om te zorgen dat ik weer een wel-pluis-gevoel krijgt? Het interpreteren van feedback en het aanpassen van je instructie is een continu, theoriegeleid proces.”

Werken op de vierkante millimeter

Het is de taak van de behandelaar om te zorgen dat de instructie aansluit en landt bij het kind, vindt Machteld. “Dat is een zoektocht: je moet voortdurend blijven zoeken naar wat er werkt. Als je merkt dat jouw instructie niet werkt, moet je aan andere knoppen draaien. Dat geldt overigens zowel voor de dyslexiepraktijk als het onderwijs. In de praktijk zie ik dat mensen nogal eens hetzelfde gaan doen, als een kind op hun instructie niet reageert zoals ze willen of verwachten. Het effect is dat een leerling alleen maar méér afhaakt. Elke keer is het opnieuw een faalervaring en wordt het kind erin bevestigd dat het iets niet kan. Als het niet werkt, moet je uit een ander vaatje tappen. Als behandelaar of leerkracht ben jij aan zet! Voor kinderen met dyslexie is er geen standaardaanpak. Dit is echt werk op de vierkante millimeter, waarbij je op elk moment exact moet kunnen bepalen welk stapje je kunt zetten op weg naar succes.”

Minimaal tachtig procent leerrendement

“Als behandelaar zie ik mezelf als de badjuffrouw die het kind leert zwemmen. Niet door er de hele tijd naast te lopen met een reddingshaak, maar door kind te laten ontdekken: ik heb vertrouwen in mezelf, ik durf het aan, ik weet zelf hoe ik naar de overkant kom. Ik leer een kind het zélf te doen. De dyslexie kan ik niet wegpoetsen, maar ik kan er wel voor zorgen dat een kind vaardig is om met de dyslexie om te gaan.”
Voor Machteld is een behandeling pas geslaagd als het kind weer met zijn hoofd omhoog durft te lopen en als het leerrendement minimaal tachtig procent is. “Die verbetering op het vlak van lezen en spellen is essentieel. Dat verwacht de gemeente ook van je, en als je dat niet waarmaakt, schiet je jezelf als sector in de voet.”

Transfer naar school op microniveau

De transfer van haar kennis over wat er werkt voor een kind richting de school vindt Machteld een van haar kerntaken. “In Nederland hebben we het voortraject van de dyslexiezorg en de behandeling behoorlijk goed op orde, maar in het natraject gebeurt nog te weinig. Daar is in mijn ogen nog veel winst te halen.”
1Als mooi voorbeeld noemt Machteld het project Lezen Retour, een initiatief van het samenwerkingsverband in Drechtsteden, waarbij zij zelf als coach betrokken is. Het project richt zich op kinderen die na een dyslexiebehandeling terugkomen naar school. “Het blijkt dat de handelingsadviezen die na een behandeling aan de school worden gegeven dikwijls te algemeen zijn en over de hoofden van de kinderen heen gaan. In het project arrangeren we een gesprek met het kind, de ib’er en ikzelf als coach. We bespreken met het kind welke elementen uit de behandeling handig zijn om ook op school over te nemen. Kinderen weten vaak hartstikke goed wat hen helpt, dat zit soms in kleine eenvoudige dingen. Er wordt een plan gemaakt dat voorziet in wat het kind nodig heeft en wat binnen de context van de klas en school realistisch is.” Als het aan Machteld ligt, gaan dit soort gesprekken op microniveau, waarbij de focus ligt op ‘wat werkt er voor dít kind’, ook op andere plekken plaatsvinden. Wie pakt de handschoen op?

Back to top