Ga naar de inhoud
Als het over kwaliteit in dyslexiezorg gaat

NIEUWSBRIEF 34

Praktijk in beeld… Dekker & Dooyeweerd

Dekker & Dooyeweerd zoekt altijd naar mogelijkheden om de goede dingen goed te doen en slaat daarbij regelmatig nieuwe wegen in. Zo stond de praktijk aan de wieg van Flits! Tutorlezen en krijgen kinderen de kans om voor te lezen aan een lieve viervoeter.

Dekker & Dooyeweerd, gevestigd in Ede, richt zich op leerproblematieken zoals dyslexie en basis-GGZ. Die combinatie is volgens Wijnand Dekker mooi en waardevol. ‘In de basis-GGZ zien wij veel kinderen die niet goed aan de eisen van school kunnen voldoen, bijvoorbeeld door zwakke executieve functies, een aandachts- of emotieregulatieproblematiek. Dat heeft invloed op hun zelfvertrouwen en zelfbeeld. Al onze dyslexiebehandelaars werken ook in de basis-GGZ. Als zij in de dyslexiebehandeling met dit type kind werken, zijn ze niet alleen bezig met lezen en spelen maar hebben ze ook de expertise om die andere aspecten mee te nemen.’
De combinatie is volgens Anouk de Jong, dyslexiecoördinator, ook voor medewerkers belangrijk: ‘Als je een paar jaar uitsluitend dyslexiezorg zou doen, ga je denk ik wel een stukje uitdaging missen. Dan kun je het gevoel hebben dat je te weinig doet met je universitaire opleiding. Veel collega’s vinden de combinatie basis-GGZ en dyslexiezorg ook heel fijn omdat een GGZ-traject doorgaans meer emotionele lading heeft. Dat neem je eerder mee naar huis, bij een dyslexiebehandeling speelt dat minder.’

Kort lijntje met ouders

Dekker & Dooyeweerd kiest er bewust voor om de meeste dyslexiebehandelingen in de praktijk te geven. Daardoor zijn de lijntjes met ouders haast per definitie kort. Anouk: ‘Zij zijn sowieso bij het begin en het eind van de behandelsessie aanwezig. Dan horen we bijvoorbeeld hoe het met het huiswerk gaat. Je kunt complimenteren als het goed gaat en er direct op inspelen als het niet lekker loopt. Bijvoorbeeld door tips te geven of door te vragen of ze een behandeling willen bijwonen zodat ze zien hoe wij de regels aanleren. Dat werkt voor ouders heel fijn. We horen vaak van ouders dat zij ons ervaren als een warme, laagdrempelige praktijk waar goed naar hen geluisterd wordt. Scholen zeggen dat trouwens ook van ons.’
Over de rol van ouders is de praktijk bijzonder duidelijk. Zo krijgen ouders bij aanvang van de dyslexiebehandeling een folder, waarin helder wordt uitgelegd wat er van hen verwacht wordt qua huiswerk. Wijnand: ‘Het gebeurt zelden dat ouders niet voldoen aan de inspanningsverplichting. Als we het gevoel hebben dat we hierin niet op één lijn zitten, nodigen we ouders uit voor een gesprek. Als we snappen waarom het huiswerk niet goed uit de verf komt, lukt het eigenlijk altijd om een goede oplossing te vinden. Als ouders echt niet kunnen helpen, bijvoorbeeld omdat ze zelf dyslexie hebben, kijken we of de school één of twee huiswerkbeurten kan overnemen.’

Nazorgmodule

Op verzoek wordt er ook wel op scholen behandeld, hoewel Wijnand dat niet de meest ideale situatie vindt. ‘In eerdere protocollen werd aanbevolen om kinderen naar de dyslexiepraktijk te laten komen, vanuit de gedachte dat ouders co-therapeut zijn. Nu is het idee meer: als je op school behandelt, zit je dichtbij het onderwijs en kun je goed afstemmen met de leerkracht. Ik geloof daar zelf niet zo in. Een school is zo vol met dagelijkse activiteiten dat er vaak weinig mogelijkheden zijn om de leerkracht te spreken. Wekelijks contact met ouders als ze op onze praktijk het kind komen halen en brengen, is makkelijker te realiseren en kan veel opleveren. Zij moeten immers thuis intensief oefenen met hun kind.’
Anouk benadrukt dat er uiteraard bij de start en de afronding van de behandeling sowieso altijd contact is met de school en tussentijds is er nog een voortgangsgesprek. Waar nodig is er vaker contact. ‘Bij de afronding van de behandeling geven we altijd advies. We bespreken wat de school kan doen en waar ze extra alert op kan zijn. We geven ook een nazorgmodule mee, waarin alles wat we behandeld hebben nog een keer in een verkorte, andere vorm terugkomt. Daar kunnen de ouders en de school mee oefenen en de kennis up-to-date houden.’

Foto uit de folder van Dekker & Dooyeweerd, een jongen die met een computerprogramma bezig is.

Grondlegger van Flits! Tutorlezen

De eigenaren van de praktijk, Wijnand Dekker en Anneke Dooyeweerd, hebben het altijd belangrijk gevonden om de goede dingen goed te doen. Een treffend voorbeeld is de ontwikkeling van flitslezen. Wijnand: ‘Om te oefenen met de directe herkenning van losse woorden, zijn we zo’n twaalf jaar gestart met een heel simpele PowerPoint. Een externe ict’er heeft het samen met ons uitgewerkt tot een digitaal oefenprogramma.’ De rest is geschiedenis: Lexima heeft het programma op de markt gebracht onder de naam Flits! Tutorlezen. Het wordt inmiddels op grote schaal gebruikt in het onderwijs en de dyslexiezorg.

Voorlezen aan een vrolijke viervoeter

Een ander, buitengewoon vrolijk makend initiatief van deze praktijk is Kwispellezen, bedoeld voor kinderen die een steuntje in de rug kunnen gebruiken bij het (voor)lezen. Denk aan kinderen die faalangstig zijn of zich niet goed kunnen concentreren. Kwispellezen wordt georganiseerd in samenwerking met de lokale bibliotheek. Deelnemende kinderen komen acht woensdagmiddagen naar de bibliotheek, waar ze voorlezen aan een speciaal opgeleide therapiehond. Deze hond luistert en heeft geen oordeel over het voorlezen. Dat verlaagt de druk om te presteren, waardoor kinderen meer ontspannen zijn. Het voorlezen aan de hond bezorgt hun een succeservaring en vergroot hun zelfvertrouwen, motivatie en leesvaardigheid. Zie ook www.kwispellezen.nl

Logo van Kwispellezen

Oproep aan het NKD

Anouk is zichtbaar trots op de manier waarop de dyslexiebehandelaars samenwerken. ‘Alle collega’s stellen zich open op en maken altijd tijd voor elkaar. We leren veel van elkaar, dat is heel fijn.’ Wijnand wil wel een lans breken voor aanvullende professionalisering: ‘Ik denk dat we best veel expertise in huis hebben, maar we zouden ook graag regelmatig bijgetankt willen worden door externe specialisten, die qua orthodidactiek zijn gespecialiseerd in kinderen met ernstige leesproblemen. Dit soort specialistische professionalisering kunnen wij moeilijk vinden. Ik denk dat er meer praktijken en scholen zijn die hier behoefte aan hebben. Het zou geweldig fijn zijn als het NKD hierin een voortrekkersrol wil nemen!’

Back to top