Ga naar de inhoud
Als het over kwaliteit in dyslexiezorg gaat

NIEUWSBRIEF 9

NKD participeert in Europees project A is for App

Het bevorderen van leesvloeiendheid krijgt in het onderwijs niet altijd de aandacht die nodig is. Het is daarom goed nieuws dat er een ERASMUS+ subsidie is toegekend aan het internationale project A is for App, waarin het NKD betrokken is als Associated Partner. Er komt onder meer een online platform voor scholen en ICT-developers. Een gesprek met Jurgen Tijms, één van de Nederlandse projectleiders.

Het project A is for App richt zich op kinderen die moeite hebben met vloeiend lezen. Jurgen Tijms, onderzoeker bij het Rudolf Berlin Center – een expertisecentrum voor leerproblemen – en voorzitter van de wetenschappelijke adviesraad van het NKD, legt uit om wat voor kinderen het gaat: “Vooral om wat oudere kinderen, zeg maar vanaf groep 5/6 en ouder. We hebben het dan bijvoorbeeld over kinderen die een dyslexiebehandeling hebben afgerond, nieuw in Nederland zijn, in een achterstandsituatie opgroeien of om een andere reden achterlopen bij lezen. Het is belangrijk dat je al die kinderen op een fatsoenlijk leesniveau krijgt en erbij houdt. Deze ‘inclusive education’, zoals de EU dat noemt, bevordert sociale cohesie.”

De indruk bestaat dat deze kinderen op school niet altijd de ondersteuning krijgen die zij nodig hebben om vloeiend te leren lezen. Soms realiseren scholen zich niet dat er gerichte ondersteuning nodig is, soms ontbreekt eenvoudigweg de capaciteit. Apps en computerprogramma’s kunnen dan dé oplossing zijn. “ICT-toepassingen kunnen ontzettend adaptief zijn: ze passen zich aan de ontwikkeling en de problematiek van het individuele kind aan”, zegt Jurgen Tijms.

Meer kennis voor developers

Het project heeft twee belangrijke ambities. Enerzijds moet ervoor gezorgd worden dat ICT-developers in staat zijn om goede apps en andere digitale hulpmiddelen te ontwikkelen. Anderzijds moeten de beschikbare hulpmiddelen de weg naar het onderwijs vinden.

Over die eerste ambitie zegt Jurgen: “Je ziet dat developers vaak producten ontwikkelen die er geweldig uitzien, maar waarvan de wetenschappelijke onderbouwing ontbreekt. Als je niet weet welke principes en processen ten grondslag liggen aan vloeiend lezen, is het natuurlijk lastig om een effectieve ICT-toepassing te ontwikkelen. Daar komt bij dat developers onvoldoende inzicht hebben in de wensen en praktische mogelijkheden van scholen.” Als een app bijvoorbeeld niet aansluit bij de methode of alleen op de allernieuwste devices draait, zal hij waarschijnlijk niet gebruikt worden.

Internationale samenwerking

Het project moet developers gaan voeden, vanuit scholen en vanuit de wetenschap. De inzet is om helder te krijgen welke inhoudelijke en ICT-eisen er zijn voor de werkzaamheid van die apps. Er komt onder meer een online platform waarop alle relevante informatie te vinden is. Op dit platform komen ook werkzame apps en andere ICT-toepassingen te staan, zodat scholen die eenvoudig kunnen vinden. Het platform wordt interactief; scholen kunnen er dus bijvoorbeeld ook hun ervaringen met bepaalde digitale hulpmiddelen delen.

Een van de eerste stappen in het project bestaat uit het inventariseren van alle apps en ICT-hulpmiddelen die er in de deelnemende landen zijn om de leesvloeiendheid te bevorderen. Hoeveel er is, is op dit moment nog ongewis. Dat de eventuele middelen weinig gebruikt worden door scholen, is wel duidelijk.

Crosslinguïstisch project

Het project wordt uitgevoerd door wetenschappers uit Leuven, Sheffield, Praag en Amsterdam. Namens Nederland participeren Jurgen Tijms en Elise de Bree, universitair docent aan de UvA. Het NKD is Associated Partner in het project.

De internationale samenwerking zorgt ervoor dat het project crosslinguïstisch is. Er kan dus gekeken worden naar algemene principes en naar eventuele principes die anders zijn voor talen waarin de orthografie minder transparant is (Engels) vergeleken met wat transparantere orthografieën (zoals Nederlands).

Scholen en ICT-wereld aan boord

In het project komen de wereld van de ICT-developers en de wereld van het onderwijs samen. Logisch dat beide vanaf het begin nauw betrokken zijn bij het project. Jurgen: “We hebben al Amsterdamse scholen gevonden die heel actief aan het project gaan meewerken. Daarnaast betrekken we een wat bredere groep scholen die we regelmatig gaan vragen om mee te denken en input te geven.”

Over de deelname van de ICT-sector zegt hij: “Het gamelab van de TU Delft, waar toekomstige ontwikkelaars worden opgeleid, is nauw betrokken. Ook hebben we contact gelegd met verschillende game developers. Zij reageren heel enthousiast, ze zijn blij om mee te kunnen doen. Begrijpelijk, want hoe beter zij weten wat hun markt wil en hoe beter hun product is, des te succesvoller ze zullen zijn.”

Ook voor dyslexiebehandelaar

Kennisdeling loopt als een rode draad door dit project. Het nieuwe online platform is natuurlijk in het oog springend. Daarnaast komen er evenementen voor scholen uit het hele land. Als een olievlek moet de kennis over het bevorderen van leesvloeiendheid zich verspreiden over het onderwijsveld. En over andere stakeholders, zoals dyslexiebehandelaars. “Tijdens de dyslexiebehandeling maken kinderen qua leesvloeiendheid een grote stap, maar aan het eind van de behandeling hebben zij meestal nog niet het gewenste niveau. En het blijft natuurlijk een vaardigheid, die je moet blijven onderhouden. Juist voor kinderen met dyslexie is dat onderhoud heel belangrijk.”

En daar wrikt het nog wel eens: op school is er na een dyslexiebehandeling vaak geen gerichte aandacht meer voor het verbeteren en onderhouden van de leesvloeiendheid. Als een dyslexiebehandelaar de school kan informeren over geschikte digitale hulpmiddelen, kan dat dus een groot verschil maken.

Terug naar de nieuwsbrief

Back to top