Ga naar de inhoud
Als het over kwaliteit in dyslexiezorg gaat

NIEUWSBRIEF 31

Emotionele problemen en dyslexie

Dyslexie en emotionele problemen gaan vaak hand in hand. Met de komst van Protocol Dyslexie Diagnostiek en Behandeling 3.0 is er meer ruimte gekomen om in de dyslexiebehandeling ook aandacht te besteden aan deze bijkomende emotionele problemen. Om dyslexieprofessionals hiervoor wat meer handvatten te geven, schreven Jojanneke van der Beek, Leonie Suijkerbuijk en Elise de Bree een artikel. De NKD-nieuwsbrief heeft de primeur het te publiceren. Lees het artikel én het interview waarin Jojanneke van der Beek alvast een aantal zaken aanstipt. 

‘We begrijpen steeds beter hoe verschillende ontwikkelingsstoornissen en -problemen met elkaar samenhangen’, vertelt Jojanneke. ‘Bij een grote groep kinderen met dyslexie is sprake van emotionele problemen. Onderzoek laat zien dat er een wederkerig verband is tussen emotionele problemen en lees- en spellingproblemen. Dat betekent dat die problemen elkaar over de tijd kunnen versterken. Neem als voorbeeld een kind dat een heel laag zelfbeeld heeft op het gebied van lezen en spellen. Als je daar onvoldoende aandacht aan besteedt, kan dat probleem in de loop van de tijd steeds erger worden en kan het kind op meerdere gebieden vastlopen. Als je er wél aandacht aan besteedt, kun je de negatieve spiraal doorbreken. Dat heeft ook een gunstig effect op de leerprestaties.’

Maatschappelijke positie onder druk

Onvoldoende aandacht voor de emotionele kant van leerproblemen kan doorwerken tot in de volwassenheid. Jojanneke legt uit: ‘Wat misschien ooit klein begon (“lezen en schrijven lukt me niet zo goed”) kan zich steeds verder uitbreiden (“het gaat me nooit lukken”, “ik kan niks”, “ik ben eigenlijk niet zoveel waard”). Dan kom je in een situatie waarin zich bijvoorbeeld flinke angsten of een depressie kunnen ontwikkelen. Dat is belemmerend voor de verdere ontwikkeling en uiteindelijk voor iemands positie in de maatschappij. Kortom, onvoldoende aandacht voor de emotionele problematiek kan verstrekkende gevolgen hebben voor iemands hele functioneren, nu en in de toekomst.’

Andere paden verkennen

‘We zien in de praktijk dat dyslexiebehandelaren behoefte hebben aan handvatten om met de emotionele problematiek van kinderen om te gaan. Dat kan bijvoorbeeld te maken hebben met de mate van ervaring die dyslexieprofessionals hebben’, aldus Jojanneke. Het omgaan met emotionele problemen kan soms een omslag in denken vereisen. ‘In het denken moet niet de stoornis van het kind centraal staan, maar de behoeften van het kind. Daarbij moet je als behandelaar de gebaande paden misschien een beetje loslaten en nieuwe paden verkennen. Het is bijvoorbeeld mogelijk om de focus in de dyslexiebehandeling te verleggen naar gestructureerd oefenen met lezen en spellen én behandeling van de emotionele problemen middels cognitief gedragstherapeutische technieken. Het verkennen van nieuwe paden vraagt om reflectie en sparren met collega’s, intervisie en het koppelen van ervaren collega’s aan minder ervaren collega’s. Ook het betrekken van ouders en school is van wezenlijk belang.’ Jojanneke benadrukt in dit verband hoe belangrijk het is om keuzes en beslissingen te verantwoorden; ze moeten door het team en de organisatie gedragen worden.

Milde, matige of ernstige problemen

Niet elk kind met ernstige dyslexie heeft in dezelfde mate emotionele problemen. In hun artikel onderscheiden Jojanneke, Leonie en Elise milde, matige en ernstige bijkomende emotionele problemen. ‘De grenzen tussen de mate van problemen zijn niet hard, want het gaat om gradaties. We gebruiken de indeling in de eerste plaats om grip te geven. Niet alleen voor de behandeling, maar bijvoorbeeld ook om het gesprek te voeren met de gemeente of het samenwerkingsverband over wat nodig is bij een kind.’
In hun artikel werken de auteurs concreet uit wat de mate van problematiek betekent voor de opzet van de behandeling. Ook hebben ze geprobeerd heldere voorbeelden te geven voor de concrete invulling. Ter illustratie: bij milde problemen zijn de interventies doorgaans bescheiden. Ze kunnen prima worden geïntegreerd in de dyslexiebehandeling, bijvoorbeeld in de vorm van extra psychoeducatie, therapeutische aandacht of een huiswerkplan.

Casemanager voert regie

Bij ernstige emotionele problematiek zal er doorgaans aanvullende (gespecialiseerde) jeugd-ggz nodig zijn. Jojanneke onderstreept: ‘We merken dat het binnen deze samenwerking niet altijd voldoende duidelijk is wie welke taak heeft, wie het overzicht houdt, wie verantwoordelijk is voor de communicatie met de ouders. Om te voorkomen dat de behandeling onvoldoende effectief is en er onnodig tijd en geld verloren gaan, is het zinvol om een ‘casemanager’ te benoemen die de inhoudelijke regie voert over de casus. Dat schept voor alle betrokkenen, ook voor de ouders en de school, duidelijkheid.’

Primeur: de Lees- en spellingbelevingsschaal (LSBS)

Om meer inzicht te krijgen in het lees- en spellingzelfbeeld en de emoties van kinderen met lees- en spellingproblemen, zijn Jojanneke en Elise samen met collega’s van de Radboud Universiteit en de Universiteit Utrecht op dit moment bezig met het ontwikkelen en normeren van een vragenlijst. Jojanneke: ‘De vragenlijst is gericht op kinderen van groep 5 t/m 8, en is bedoeld om inzicht te geven in de positieve en negatieve emoties en het zelfbeeld rondom lezen en spellen en in copingstrategieën.’ Met de Lees- en spellingbelevingsschaal (LSBS) kan dus een completer beeld worden gevormd over het kind en over de mogelijke emotionele problematiek. Dit biedt aanknopingspunten voor de doelen in het behandeltraject. Naar verwachting komt de LSBS in 2025 beschikbaar via uitgeverij Hogrefe. Jojanneke hoopt dat de vragenlijst dan een vast onderdeel gaat worden van de dyslexiediagnostiek. Zij heeft eerder met anderen de Rekenbelevingsschaal ontwikkeld. Omdat ze merkt dat dit een gat vult in het diagnostisch rekenonderzoek hoopt ze dat de LSBS eenzelfde bijdrage kan leveren aan dyslexiediagnostiek.

 Lezen

Back to top