Ga naar de inhoud
Als het over kwaliteit in dyslexiezorg gaat

NIEUWSBRIEF 30

Praktijk in beeld

Het ABC is een onderwijsadvies- en begeleidingsdienst in Amsterdam en omstreken die dit jaar haar vijftigste verjaardag viert. Marieke de Groot en Mariëtte Sibbing zijn beide regiebehandelaar in het team Taal en Dyslexie. Lees waar ze trots op zijn en welke mogelijkheden zij zien om preventiever te werken.

Mariëtte Sibbing werkt al ruim 33 jaar bij Het ABC.  Ze begon destijds als leerlingbegeleider, later specialiseerde ze zich in de dyslexiezorg, waar ze nu regiebehandelaar is. ‘Al voordat de vergoede dyslexiezorg werd opgezet, hadden wij een eigen dyslexiepraktijk (Het Spelkwartier), waar we kinderen ondersteunden bij het lezen en spellen.’
De onderwijsadviseurs van Het ABC werken in het hele land. Het team Taal en Dyslexie, dat uit zo’n twintig medewerkers bestaat, werkt vooral in de regio Amsterdam. Het ABC is ook actief als poortwachter bij diverse gemeentes in het land. Mariëtte: ‘Op 1 januari 2023 zijn we gefuseerd met een onderwijsadviesbureau uit de regio Purmerend/Zaanstad. Zij verzorgden in het verleden ook vergoede dyslexiezorg. Daarom zijn we nu aan het onderzoeken of we de dyslexiezorg in Purmerend opnieuw kunnen opstarten.’

Dyslexiebehandeling

Tijdens de dyslexiebehandeling wordt er gewerkt met het dyslexiesoftwareprogramma Skribbel. Mariëtte legt uit: ‘Dit biedt een stevige basis, voor het vergroten van de leesmotivatie is meer nodig. Dat bereik je zelfs met de mooiste dyslexiesoftware nog niet. Het verschil wordt gemaakt door  een gespecialiseerde dyslexiebehandelaar die inzet op de kwaliteiten en interesses van het kind, soms out of the box denkt, voor creatieve werkvormen zorgt en plezier maakt. Deze dyslexiebehandelaar richt zich niet alleen op gerichte lees- en spellingoefeningen, maar gaat ook aan de slag met leuke, verhalende boeken waarin kinderen kunnen wegdromen. De dyslexiebehandelaar leest bijvoorbeeld het spannendste fragment uit het boek voor en klapt het boek net dicht op het moment dat het echt spannend begint te worden. Als een kind vervolgens zelf uit eigen wil een boek uit de kast pakt, is een dyslexiebehandeling pas echt geslaagd! Binnen het dyslexieteam is inspiratie belangrijk en volop aanwezig. Leuke ideeën voor werkvormen en spelletjes worden enthousiast gedeeld in onze app-groep.’

 Zelfredzaamheid

‘Binnen het ABC hebben we oog voor nazorg. Bijvoorbeeld in de vorm van een groepsbehandeling aan het eind van het traject, waarin samen met lotgenoten wordt nagedacht over het vergroten van de zelfredzaamheid. Hiervoor zoeken we ook afstemming met school. Als onderwijsadvies- en begeleidingsdienst hebben we daarbij het voordeel dat we de taal spreken van de school. We kijken samen wat haalbaar is en welke compenserende en dispenserende maatregelen wenselijk of nodig zijn. Ook stemmen we onze dyslexiebehandeling af op de spellingmethode van school, zodat we cognitieve verwarring voorkomen. Deze werkwijze sluit aan bij onze visie: Samen doen wat nodig is en alles voor het kind’, legt Mariëtte uit.

Kletspotgesprek

Om de klanttevredenheid te meten, gebruikt Het ABC de landelijke CQ-index. ‘Die vragenlijst wordt niet altijd even goed ingevuld en we kunnen er niet altijd de informatie uithalen die we zoeken. Daarom hebben we een kletspot ontwikkeld, waarin kaartjes met vragen zitten. We gebruiken die kletspot aan het eind van de behandeling, bij wijze van kwalitatieve evaluatie met het kind. Op de kaartjes staan bijvoorbeeld vragen als: ‘heb je nog een goede tip voor de behandelaar?’, ‘wat is jouw mooiste compliment dit jaar?’, ‘wat zou je tegen de kinderen willen zeggen die nu gaan beginnen met de dyslexielessen?’ en ‘waar ben je trots op?’ De reacties van de kinderen zijn vaak heel leuk’, vertelt Mariëtte. Regiebehandelaar Marieke de Groot vult aan: ‘De kracht zit ook in het hardop verwoorden van de antwoorden. Als een kind zegt: “Ik ben er heel trots op dat ik vooruit ben gegaan met lezen” merk je dat er een interne attributie op gang is. Dat is heel mooi. De behandelaar voegt de antwoorden van de kinderen standaard toe aan het eindverslag en deelt ze dikwijls ook met collega’s.’
Afbeelding kletspotgesprekjes

Meer weten over het kletspotgesprek? Bekijk het filmpje!

Leesanalyse

Om ook op een ander vlak meer kwalitatieve informatie te verkrijgen, gaat het team binnenkort aan de slag met leesanalyses. Marieke: ‘Ik denk dat veel dyslexiebehandelaars, niet alleen bij ons maar ook bij andere prakijken in het land, best wat meer grip zouden willen hebben op het lezen. Je weet niet altijd welke leesinstructie je het beste kunt geven of hoe je optimaal aansluit bij de belevingswereld van het kind. Het dyslexieonderzoek, waarin veel nadruk ligt op het woordlezen, geeft hiervoor vaak onvoldoende aanknopingspunten. Bij een leesanalyse gebruik je een stuk tekst, bijvoorbeeld uit een boek waarmee het kind bezig is en zoom je echt in op de leestechniek. Je kijkt hoe het kind leest, met daarbij onder andere ook aandacht voor prosodie en zelfcorrectie. De leesanalyse geeft je meer inzicht in het lezen van het kind en biedt goede aanknopingspunten voor het behandelplan en de leesinstructie.’

Ketensamenwerking versterken

Het NKD onderstreept het belang van de ketensamenwerking tussen onderwijs en zorg. In de praktijk is het volgens Mariëtte voor scholen vaak een uitdaging om ondersteuningsniveau 1, 2 en 3 goed vorm te geven. ‘Scholen zitten op dit moment echt wel met hun handen in het haar, er is simpelweg te weinig capaciteit. Vanuit de NPO-middelen hebben verschillende scholen ons ingehuurd om ondersteuningsniveau 3 te organiseren. Op die scholen werkt de dyslexiebehandelaar met kleine groepjes kinderen.’ Het ABC zou graag méér betekenen in de ketenaanpak. Marieke: ‘In Amsterdam kunnen we hier nog meer winst behalen. Afgelopen jaar heb ik bijvoorbeeld wel verschillende workshops gegeven over preventief en effectief lees- en spellingonderwijs, maar we zouden graag meer betekenen in het goed neerzetten van ondersteuningsniveau 3. De werkwijze die Ria Kleinen daarvoor in Limburg heeft ontwikkeld, vind ik fantastisch en inspirerend.’

Radicale omslag in denken

Marieke deinst er niet voor terug om out of the box na te denken over het versterken van het onderwijs. ‘Als dyslexiezorg zijn wij eigenlijk altijd in een laat stadium betrokken. Ik ben benieuwd wat er zou gebeuren als een dyslexiebehandelaar al in groep 3 aan de slag gaat met kinderen bij wie de leesontwikkeling niet goed op gang komt. Moet je de aanpak niet radicaal omgooien en juist in dit beginstadium betrokken zijn, als er ook nog een sprankje motivatie en zelfvertrouwen bij het kind is? Ik ben erg benieuwd welk effect dat heeft. Misschien zou het NKD een rol kunnen spelen in het ontwikkelen van beleid om dit soort alternatieve vormen van preventie mogelijk te maken.’

Expertise over leesontwikkeling ontbreekt

Het onderwijs in groep 3 is een verantwoordelijkheid van de school. Waarom denkt Marieke dat de dyslexiebehandelaar het verschil kan maken? Zij zegt hierover: ‘Ik denk dat niet alle leerkrachten even goed op de hoogte zijn van de leesontwikkeling van kinderen. Hoeveel aandacht moet er bijvoorbeeld zijn voor letterkennis, het fonologisch bewustzijn, flitsen, het aanleren van klankgebaren en expliciete instructie? Dit soort basale dingen leren zij niet op de pabo, een dyslexiebehandelaar heeft deze kennis wel. Bovendien wordt er veel gewerkt met BOUW! en dat is een mooie, preventieve stap. Maar vaak is er meer nodig, aangezien niet alle kinderen leren van klikken op een computer. Ik zou het toejuichen als scholen in groep 3 hun allerbeste leerkracht neerzetten, in combinatie met een dyslexiebehandelaar die zich richt op ondersteuningsniveau 3. Daar verwacht ik veel van.’

Back to top