Ga naar de inhoud
Als het over kwaliteit in dyslexiezorg gaat

NIEUWSBRIEF 12

De praktijk in beeld

Veel dyslexiepraktijken timmeren op een bijzondere manier aan de weg. Stichting Taalhulp wil alle zorgniveaus in de dyslexieketen naadloos op elkaar laten aansluiten en investeert daarom veel in de samenwerking met scholen. Annet Homburg (Stichting Taalhulp Arnhem) vertelt hoe het werkt.

Stichting Taalhulp is gespecialiseerd in onderzoek en behandeling van dyslexie. In 1987 ontwikkelde Thalita Boumans binnen Stichting Taalhulp de Fonologische en Leerpsychologische (F&L®) methode. De methode gaat uit van de klanken van de taal. Tijdens de behandeling werken kinderen met gekleurde blokjes en kleurcoderingen in gedrukte tekst. De verschillende soorten klanken hebben elk hun eigen kleur blokje. De kleurcodering maakt de taalstructuur zichtbaar.

Een meisje plakt gekleurde letters op een magneetbord

Inzicht in taalstructuur en regels

Annet Homburg (Stichting Taalhulp Arnhem) legt uit dat er vanuit het concrete naar het abstracte wordt gewerkt. “Met de blokjes kunnen kinderen een woord echt materialiseren. Zij zien letterlijk dat het woord een bepaalde structuur heeft. Kinderen kunnen de blokjes gebruiken om woorden te spellen én te lezen. Met behulp van de blokjes en de kleuren krijgen zij inzicht in de taalstructuur en leren zij hoe spellingregels in elkaar zitten.” Uit onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek blijkt dat de F&L® methode effectief is. Tijdens de behandeling gaan kinderen zodanig vooruit dat de achterstand ten opzichte van leeftijdsgenootjes kleiner wordt.

Zorgniveau 1, 2 en 3

Al bij de ontwikkeling van de F&L® methode legde Stichting Taalhulp in haar statuten vast dat de opgedane kennis en ervaring niet alleen ten goede moest komen aan het individu maar ook aan het onderwijs. Inmiddels is er een F&L-schoolversie ontwikkeld, die bekend staat onder de naam Taal in Blokjes.
Scholen kunnen Taal in Blokjes inzetten in de zorgniveaus 1, 2 en 3. Annet: “Scholen kunnen Taal in Blokjes als solitaire methode gebruiken, maar in de praktijk zien we dat de gekleurde blokjes en de basisprincipes vaak als ondersteuning van de reguliere methode worden gebruikt. Zeker op zorgniveau 1 en 2. Binnen zorgniveau 3 zetten scholen wel vaak de complete methode in. Dan gaan zij bijvoorbeeld ook de werkboeken en de software gebruiken, waarin kinderen het geleerde kunnen toepassen.”

Beter resultaat

“Met Taal in Blokjes versterken we echt de aanpak op school. Zo hoeven minder kinderen te worden aangemeld voor de dyslexiezorg”, zegt Annet.
Voor de kinderen die toch dyslexiezorg nodig hebben, is het een voordeel als ze Taal in Blokjes al kennen; zo is de aansluiting optimaal. “Omdat kinderen al bekend zijn met de kleurcodering hebben ze de eerste 5 à 6 sessies in feite al op school gehad – een winst van ruim een maand. Belangrijk bij een ingekorte behandelduur. Soms kunnen kinderen hierdoor uiteindelijk op een hoger niveau uitkomen.”

Hulp bij implementatie

Scholen die Taal in Blokjes willen gaan gebruiken, volgen altijd eerst een cursus bij het F&L® expertisecentrum. “Maar met een cursus alleen ben je er niet”, vindt Annet. Scholen die de training hebben gedaan, ondersteunt zij daarom graag bij de implementatie. “Ik kan bijvoorbeeld met de school meedenken welke Taal in Blokjes-materialen zij het beste kan gaan gebruiken. Er is zoveel, maar je kunt niet met alles gelijk beginnen. Je begint bij de kern en van daaruit kun je het uitbouwen. Ook geef ik begeleiding op de werkvloer. Dan laat ik de leerkracht bijvoorbeeld zien hoe je met een klein groepje werkt. Het gebeurt ook dikwijls dat een leerkracht of rt’er vraagt om in de groep te observeren. Dan willen ze bijvoorbeeld dat er iemand met wat meer afstand kijkt naar de werkwijze die is ontwikkeld. Dan is vooral de vraag: doen we het goed of kan het ergens beter?”

Versterken ketenzorg

“Ketenzorg staat nu volop in de belangstelling, maar wij zijn er eigenlijk al lang geleden mee begonnen. Ik hoop dat we met onze werkwijze een voorbeeld kunnen zijn voor anderen. Het gaat er niet om dat je gewoon een aantal leuke, aantrekkelijke elementen uit je behandeling ‘exporteert’ naar het onderwijs, maar dat je echt een gedegen aanpak ondersteunt.  Zo investeer je in preventie en zorg je samen met de school dat alle zorgniveaus – van 1 t/m 4 – naadloos op elkaar aansluiten”, besluit Annet.

Een meisje kleurt met een stift de letters in een boek

Back to top