Ga naar de inhoud
Als het over kwaliteit in dyslexiezorg gaat

NIEUWSBRIEF 28

Praktijk in beeld

Molendrift is een hulpverleningsinstelling met ongeveer honderd medewerkers, actief in het noorden van het land. Het hart van het bedrijf zit in Groningen, waar álle medewerkers een deel van hun tijd werken. Daarnaast zijn er vestigingen in Heerenveen, Veendam en Uithuizermeeden. De dyslexiezorg is slechts een bescheiden onderdeel van de activiteiten. Om een idee te geven: in 2021 kregen 120 cliënten dyslexiezorg.

Tot deze zomer stond Ellen Loykens aan het roer van Molendrift. Ellen is binnen het NKD geen onbekende, zij zit in de Beleidsadviescommissie. Deze zomer heeft Yke de Jong het stokje van Ellen “mogen overnemen”, zoals zij het zelf zegt. “Ellen heeft dit mooie bedrijf ooit opgezet en haar kleur eraan gegeven. Ik werk al zo’n 25 jaar bij Molendrift en voel me hier erg thuis. Omdat ik ook al jarenlang in het MT zat, is de overgang naar mijn nieuwe rol vrij organisch verlopen. Gelukkig is Ellen nog wel verbonden aan de praktijk, ze voegt op inhoudelijk vlak nog veel toe. Daar ben ik blij mee.”

Netwerkorganisatie

Molendrift is ooit gestart als een particuliere praktijk voor leren en gedrag. “In de loop van de jaren zijn onze activiteiten uitgebreid. Nu richten we ons op uiteenlopende problematieken, variërend van leerproblemen bij kinderen tot gezinnen met meervoudige en complexe problematiek. Ongeveer 75 procent van onze cliënten is jonger dan 18 jaar, de rest is volwassen, met een zwaartepunt in de leeftijd tot 28 jaar. Deze verhouding jeugd-volwassenen willen we graag zo houden.”
Sinds de oprichting zijn de kernwaarden van Molendrift nog steeds hetzelfde: behandel de ander zoals jezelf, geef de cliënt de behandeling die je zelf ook zou wensen en ga zo ook om met de wereld om je heen. “Omdat hier vrijwel uitsluitend hoogopgeleide mensen werken, hebben we veel kennis en kunde in huis. Het verbeteren van de zorg en het zorglandschap doe je niet door alles zelf te willen doen, maar juist door anderen hierin mee te nemen. We trekken daarom intensief met andere partners op. In die zin kun je ons wel echt een netwerkorganisatie noemen.”

De vraag staat centraal

“Goede zorg begint aan de basis: goed luisteren naar de vraag, horen wat er speelt en de problematiek zorgvuldig in kaart brengen. Bij de analyse kijken we bijvoorbeeld naar de aard en ernst van dyslexie, kindkenmerken, aanlegfactoren, omgevingsfactoren, context en (niet) effectieve coping strategieën die het kind inzet. Pas als je over dit soort zaken een gedeeld beeld hebt, kun je de stap naar interventie en behandeling zetten.” Cliënttevredenheidsonderzoeken en feedback van cliënten bevestigen dat deze manier van werken gewaardeerd wordt. “Mensen zeggen vaak: we voelen ons gehoord, er is naar ons geluisterd, we snappen waarom er gedaan is wat er is gedaan”, zegt Yke.

Afbeelding van de strategie zingend lezen van Molendrift

Afbeelding bij ‘zingend lezen’ van Molendrift

Meervoudige problematiek

Binnen het Protocol Diagnose en Behandeling Dyslexie 2.0 kon een kind alleen in aanmerking komen voor vergoede dyslexiezorg als er sprake was van enkelvoudige dyslexie. Dat woordje enkelvoudig is in het nieuwe protocol (3.0 ) vervallen. “Ik denk dat daardoor meer recht wordt gedaan aan kinderen, omdat er in veel gevallen helemaal geen sprake is van enkelvoudige dyslexie. Vaak is de problematiek meervoudig”, zegt Yke daarover. Binnen Molendrift was het altijd al gemeengoed om óók kinderen te behandelen met een meervoudige problematiek. “Bij ons is altijd de vraag bepalend. We hebben niet veel contra-indicaties, we sluiten niet op voorhand bepaalde problematieken uit. Bij elke vraag die ons gesteld wordt, maken we de afweging: hebben wij de kennis en kunde in huis om hier iets mee te kunnen doen?”

Inkrimpen dyslexiezorg

De laatste jaren is de dyslexiezorg bij Molendrift in omvang afgenomen. Yke zegt hierover: “Scholen willen graag dat de dyslexiebehandeling op school plaatsvindt. Die behoefte kan ik begrijpen, maar het moet voor de zorgaanbieder ook hanteerbaar zijn. Een behandelaar kan niet voor één leerling naar een school reizen, zeker niet in onze regio waar scholen vaak ver uit elkaar liggen. Dat is gewoon niet realistisch; die reistijd kun je niet in rekening brengen en er is al ontzettend beknibbeld op de bekostiging.” In een enkel geval kan er wel een mouw aan worden gepast. Als voorbeeld noemt Yke een collega die een ochtend per week op een school is, waar ze een aantal leerlingen in de dyslexieregeling behandelt en daarnaast psychosociale en gedragsproblematiek kan behandelen. Die collega is een ochtend op die school, werkt daar met meerdere kinderen, niet alleen met die ene leerling die gebruikmaakt van de vergoede dyslexieregeling.
Door de keuzes die scholen maken, biedt Molendrift in Friesland zelfs helemaal geen dyslexiezorg meer aan. Yke: “Scholen en gemeenten maken daar andere keuzes en gaan veelal contracten aan met andere partners die hiervoor ingevlogen worden. Dat vind ik lastig, omdat ik denk dat het de zorg niet altijd ten goede komt. Soms staat de continuïteit ook onder spanning. Regelmatig krijgen wij het verzoek om een traject toch weer over te nemen.”

Toegevoegde waarde

Een laatste vraag: heeft Yke erg moeten wennen aan haar nieuwe rol binnen Molendrift? “Dat valt mee, het is niet heel abrupt gegaan en ik heb ruimte gekregen om wat meer in deze rol te groeien. Daarbij blijft het voor mij persoonlijk heel belangrijk dat ik plezier heb in de inhoud van het werk. Door mijn nieuwe rol komen er weer andere, inhoudelijk interessante vragen op mijn pad, bijvoorbeeld om deel te nemen aan een bestuur of lectoraat. Ik wil daarin steeds de afweging maken of het bijdraagt aan het goed vormgeven van de inhoud. Die balans moet kloppen, ik wil alleen ingaan op vragen die iets toevoegen.”

Back to top