Position Statement Dyslexie
Ontwikkelingsdyslexie, ook wel dyslexie genoemd, is een specifieke en hardnekkige lees- en spellingstoornis op woordniveau met een basis in de neurobiologische ontwikkeling, die niet verklaard kan worden door een algemeen leerprobleem, inadequaat onderwijs en/of sensorische beperkingen. Deze ontwikkelingsstoornis vereist tijdige diagnose en gespecialiseerde behandeling. In dit statement geeft de Wetenschappelijke Adviesraad Dyslexie van het NKD haar positie over deze stoornis weer.
Dyslexie heeft ernstige gevolgen
Lees- en spellingvaardigheden zijn essentieel voor deelname aan de samenleving. Een kleine groep jeugdigen met de meest ernstige mate van dyslexie loopt het risico om het onderwijs af te ronden als functioneel analfabeet, ondanks al haar/zijn inspanningen en ondersteuning vanuit de school. Deze hardnekkige leesproblemen leiden veelal tot een ernstige belemmering van de schoolloopbaan en van de maatschappelijke participatie, en gaan vaak gepaard met psychosociale problematiek. Er is bij deze groep jeugdigen derhalve sprake van een substantieel verlies in kwaliteit van leven en een groot risico op maatschappelijke uitval.
Zorgvuldige diagnostiek is essentieel om dyslexie te differentiëren van alternatieve verklaringen
Dyslexie is adequaat vast te stellen en te differentiëren van alternatieve verklaringen voor de problematiek, zoals algemene leerproblemen of een ontoereikend onderwijsaanbod. Hierbij wordt onder meer het systematische model van stepped care gehanteerd, waarbij – in dit geval – kinderen pas voor diagnostisering in aanmerking komen wanneer de binnen het onderwijs aangeboden opeenvolgende, kwalitatief goed uitgevoerde ondersteuningsniveaus onvoldoende effect hebben gehad. Deze extra ondersteuning binnen het onderwijs vormt voor kinderen met mildere leesproblemen een afdoende vangnet. Pas nadat een kind onvoldoende ontvankelijk is gebleken voor al deze extra didactische inspanningen vanuit het onderwijs, wordt het traject voor diagnostiek van ernstige dyslexie in gang gezet.
Of er sprake is van dyslexie is, evenals bij het overgrote deel van de ontwikkelingsstoornissen, niet met één enkele objectieve maat, zoals een MRI-scan, vast te stellen. Dyslexie is een complex, multifactorieel probleem, waarbij verschillende factoren op genetisch, neuraal, cognitief, affectief en omgevingsniveau het risico op het ontwikkelen en de ernst van dyslexie bepalen. Vanwege deze complexiteit is een zorgvuldig diagnostisch proces (zie PDDB 3.0 en BVRD) uitgevoerd door gedragskundigen essentieel.
Gespecialiseerde behandeling van dyslexie is essentieel
Kinderen met ernstige dyslexie zijn onvoldoende ontvankelijk gebleken voor alle extra onderwijsinspanningen op de opeenvolgende ondersteuningsniveaus om het lezen en spellen te bevorderen. Zij lopen daardoor een groot risico op een opeenstapeling van schoolse, psychosociale en maatschappelijke problemen door de jaren heen. Vanwege het complexe, multifactoriële karakter vereisen adequate diagnose én behandeling van dyslexie een gedragskundige met gespecialiseerde opleiding en ervaring op het gebied van dyslexie. Daarnaast is ook kennis van en ervaring met aanpalende ontwikkelingsproblemen en/of -stoornissen belangrijk. Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat er bij kinderen met ernstige dyslexie in de regel sprake is van bijkomende ontwikkelingsproblemen, waaronder gedrags- of emotionele problemen.
Dyslexie hoort thuis in de jeugdhulp
De Jeugdwet heeft als primair doel dat alle kinderen gezond en veilig moeten kunnen opgroeien, hun talenten kunnen ontwikkelen en naar vermogen kunnen participeren in de samenleving. Zonder adequate diagnose en gespecialiseerde behandeling is dit bij kinderen met ernstige dyslexie niet het geval. Het is daarom van het grootste belang dat deze kinderen vroegtijdig gespecialiseerde, evidence-based behandeling krijgen, uitgevoerd door een bekwame zorgprofessional en dat deze zorgverlening een integraal onderdeel uitmaakt van de Jeugdhulp.
Het position statement is opgesteld door de Wetenschappelijke Adviesraad Dyslexie (WARD) van het NKD