Ga naar de inhoud
Als het over kwaliteit in dyslexiezorg gaat

NIEUWSBRIEF 22

Datacommissie (DC)

Patty Gerretsen speelt al sinds de oprichting van het NKD een actieve rol in de organisatie. Tot voor kort was ze onder meer lid van de Wetenschappelijke Adviesraad Dyslexie (WARD). In de nieuwe organisatiestructuur is ze lid van de Datacommissie en vicevoorzitter van de Kwaliteitscommissie. Wat drijft haar en wat wil ze bereiken?

Waarom heb je de WARD verlaten?

“Ik vond het enorm interessant deel uit te maken van de WARD. Bij de plannen die de wetenschappers in die raad bedachten, vond ik het altijd heel zinnig om aandacht te vragen voor de vraag: wat betekent dit voor de praktijk? In de nieuwe governancestructuur wordt de WARD een zuiver wetenschappelijke commissie.”

Wat spreekt jou aan in de Datacommissie en de Kwaliteitscommissie?

“Ik heb een liefde voor het meetbaar maken van zaken. Niet zozeer ter controle maar om te kunnen bepalen: wat leren de cijfers ons, hoe kunnen we dingen nog beter doen? Cijfers helpen je om grip te krijgen. Het NKD staat voor het verhogen van de kwaliteit. Cijfers zijn daarbij onmisbaar, ze helpen om zaken te onderbouwen en onderstrepen onze transparantie. In de samenleving bestaat een negatief beeld over dyslexie. Gechargeerd: ‘iedereen heeft dyslexie, het groeit maar door’. Het is belangrijk dat er in de discussie minder wordt afgegaan op het onderbuikgevoel en meer op onderbouwde cijfers.”

Wat neem jij mee naar de beide commissies?

“Omdat ik zo’n twintig jaar in de dyslexiezorg werkte, heb ik inhoudelijk veel kennis van het werkveld. Nu ik niet meer verbonden ben aan een praktijk kan ik volledig neutraal en objectief zijn. Ik heb geen persoonlijke agenda. Ik kijk met een open blik en ben puur geïnteresseerd in de vraag: waar kan het beter? Daarbij moet je ook bereid zijn om conclusies te trekken die je misschien niet had verwacht.
Ik zit trouwens ook in de werkgroep CQ-index. De CQ-index, die inzicht geeft in de subjectieve beleving van cliënten, bevat waardevolle informatie. Het zou interessant zijn als we de data uit de CQ-index en de Nederlandse Databank Dyslexie (NDD) bij elkaar kunnen brengen. Dat is een flinke uitdaging, maar dat willen we zeker gaan proberen.”

Wat moet de Datacommissie wat jou betreft absoluut oppakken?

“We zijn keihard aan het werk om te zorgen dat de NDD-rapportage echt een document wordt waar praktijkhouders naar uitkijken. Het is belangrijk dat ze de meerwaarde van de rapportage ervaren, zeker omdat ze een hoop werk hebben aan het aanleveren van alle data. Om praktijkhouders te ontzorgen, zijn we ons inmiddels bewuster gaan richten op hun jaarcyclus. Daardoor kunnen zij de rapportage nu meenemen in de contractbesprekingen met de regio en gemeenten en benutten voor het maken van hun eigen interne jaarplannen. In de toekomst zouden we ook graag regiogegevens ter beschikking stellen, die praktijken bijvoorbeeld kunnen gebruiken als er in de regio vragen zijn over de kwaliteit van de zorg.
De koppeling met landelijke onderwijsdata is ook een belangrijk speerpunt, omdat we daardoor beter inzicht krijgen in de hele keten. Uiteraard hebben we daar onze ketenpartners voor nodig, zoals Dyslexie Centraal, het onderwijs en de samenwerkingsverbanden.”

Je zit ook in de Kwaliteitscommissie. Was dat ook een grote wens van je?

“Zeker! Het NKD is ooit ontstaan door het samengaan van het Kwaliteitsinstituut Dyslexie en het Nationaal Referentiecentrum Dyslexie. Ik zat destijds in een werkgroep die de kwaliteitseisen van beide organisaties bij elkaar moest brengen. Geen makkelijke opgave, maar het is ons gelukt omdat er bij beide partijen veel commitment was. Iedereen had eenzelfde doel voor ogen: kwalitatief hoogwaardige dyslexiezorg. Ik heb er alle vertrouwen dat we dat perspectief in de nieuwe Kwaliteitscommissie kunnen vasthouden.”

Namens de Kwaliteitscommissie zit je ook in het MT. Wat verwacht je daarvan?

“Ik ben heel blij dat de nieuwe governance voorziet in een managementteam, waarin alle commissies vertegenwoordigd zijn. Daardoor worden plannen en ideeën per definitie vanuit verschillende perspectieven bekeken en kun je echt gezamenlijke beslissingen nemen en prioriteiten bepalen. Zo kun je als totaal effectiever opereren. Ik denk dat deze constructie ervoor zorgt dat alle aangesloten praktijken zich nog meer vertegenwoordigd voelen en een sterker gevoel krijgen waar het NKD als geheel voor staat.”

Back to top