Ga naar de inhoud
Als het over kwaliteit in dyslexiezorg gaat

NIEUWSBRIEF 22

Beleidsadviescommissie (BAC)

Ellen Loykens is directeur behandelzaken bij Molendrift, een GGZ-instelling die onder meer dyslexiezorg aanbiedt. Zij maakt zich zorgen over de manier waarop de dyslexiezorg binnen gemeenten vorm krijgt en over de wijze waarop de discussie met het onderwijs plaatsvindt. Genoeg reden om zitting te nemen in de BAC, waarin niet alleen zorgaanbieders vertegenwoordigd zijn maar óók ouders, gemeenten en samenwerkingsverbanden.

Waarom wilde je in de BAC?

“Het NKD benadert mij regelmatig om te mee te denken over uiteenlopende vraagstukken. Dat lijntje is blijven bestaan sinds ik enkele jaren geleden terugtrad uit de WARD (Wetenschappelijke Adviesraad Dyslexie). Dat meedenken is erg leuk om te doen. Een meer geformaliseerde rol, in de BAC, spreekt mij aan omdat ik verschillende ontwikkelingen binnen de dyslexiezorg zorgelijk vind.”

Over welke ontwikkelingen heb je het?

“Bijvoorbeeld de manier waarop de dyslexiezorg vorm krijgt – of liever gezegd: niet vorm krijgt – sinds de transitie van de jeugdhulp naar de gemeente. Sinds gemeenten de dyslexiezorg inkopen, is een enorme versnippering ontstaan. Ik zie een beweging die vindt dat het allemaal eenvoudiger moet en dat het zogenoemde ‘voorliggend veld’, zoals de lokale teams en het onderwijs, alles maar moet oplossen. Er is een steeds geringere inbreng van specialistische zorg en kennis. Dat hangt samen met de insteek van de Jeugdwet: het moet dichter bij de mensen. Daar is wat mij betreft niks mis mee, maar het is echt een verkeerde aanname dat specialistische zorg zo duur is en dat je zaken in het voorliggend veld goedkoper kunt oplossen. Dat is een niet onderbouwde aanname. Inmiddels zijn we een aantal jaar verder en zien we dat die hele transitie van de jeugdhulp tot een enorme kostenexplosie heeft geleid en maar heel spaarzaam verbeteringen met zich heeft meegebracht. Het directe gevolg van een niet getoetste aanname. Meningen wegen zwaarder dan kennis.
Door deze ervaring maak ik me grote zorgen over de discussie die op landelijk en gemeentelijk niveau wordt gevoerd over de overheveling van de middelen voor dyslexiezorg naar het onderwijs. Gaan we opnieuw iets in gang zetten voordat er een goede analyse is en een plan dat kans van slagen heeft? Wordt dit opnieuw een experiment met dyslectische kinderen, waarvan de pretentie is dat het beter wordt maar waarvan eigenlijk niemand weet wat de gevolgen zijn?”

In de BAC zijn praktijkhouders, gemeenten, samenwerkingsverbanden en ouders vertegenwoordigd. Hoe sta jij daar tegenover?

“Dat vind ik prachtig! Ik denk dat de gekozen verbreding heel sterk is. Als NKD moet je voeling hebben met verschillende onderdelen van de samenleving die betrokken zijn bij de dyslexiezorg. Als je kijkt naar landelijke discussies, ook in de media, zie je dat het onderwijs en de specialistische dyslexiezorg heel erg tegenover elkaar worden gepositioneerd. Dat vind ik kwalijk. Doordat de verschillende geledingen bij elkaar in de BAC zitten, kun je met elkaar focussen op de gezamenlijke belangen en bijvoorbeeld samen toewerken naar een zogenoemde nuldoelstelling. Zoals: ‘nul laaggeletterden bij 16-jarigen’ of ‘nul kinderen die ernstige lees- en spellingproblemen ervaren aan het eind van de basisschool’.”

Wat neem jij zelf mee naar de BAC?  

“Inhoudelijk neem ik veel expertise meer over de diagnostiek en behandeling van dyslexie. Binnen Molendrift combineer ik namelijk mijn directeurstaken met de directe hulpverlening aan cliënten en de werkbegeleiding van collega’s op het gebied van dyslexie. In het noorden van het land heb ik veel overleg met gemeenten en collega-zorgaanbieders. Ik ben geïnteresseerd in de manier waarop de samenwerking tussen gemeenten en specialistische zorg vorm zou moeten krijgen. Ook zit ik in ‘De Beweging van 0’*. Dit is een groep professionals die stelt dat we in de jeugdhulp veel ambitieuzer kunnen en moeten zijn: de Rijkswaterstaat van de jeugdhulp.”

Wat moet de BAC wat jou betreft absoluut aanpakken?

“Dankzij de brede samenstelling van de BAC kunnen we echt gezamenlijke speerpunten formuleren. Dat is heel interessant. Wat mij betreft zouden dat speerpunten moeten zijn, waarmee het NKD haar positie naar buiten toe kan versterken. Hopelijk draagt dat bij aan meer rust in het veld. Dat gun ik de dyslexiezorg zeer.”

* Lees meer over de Beweging van 0.

Back to top