Ga naar de inhoud
Als het over kwaliteit in dyslexiezorg gaat

NIEUWSBRIEF 10

Praktijk in beeld

Op welke manier zijn dyslexiepraktijken bezig met innovatie? Marant biedt aangemelde kinderen in een innovatietraject éérst 12 behandelingen aan. Afhankelijk van de progressie volgen daarna een diagnostisch onderzoek en meer behandelingen. Lees het interview met directeur Dewi Rijks.
Dewi Rijks is van oorsprong orthopedagoog. Via diverse leidinggevende functies in het bedrijfsleven, ging ze in 2010 bij Marant werken. Zo kwam ze toch weer een beetje bij haar roots terecht. “Marant onderneemt allerlei activiteiten om het onderwijs te versterken en te professionaliseren. De dyslexiezorg, waar we destijds al actief mee bezigwaren, wilde ik graag verder professionaliseren.”

Prevalentie terugdringen

Wetenschappelijk onderzoek speelt daarbij een belangrijke rol. Inmiddels zijn er twee promotieonderzoeken afgerond. Orthopedagoog Liesbeth Tilanus deed onderzoek naar de effectiviteit van de Marant-behandelmethode, Sanne van der Kleij onderzocht hoe het een halfjaar na afronding van de behandeling met kinderen gaat.
De eerste onderzoeksuitkomsten van Liesbeth maakten al snel duidelijk: hier moeten we wat mee! Tegelijkertijd speelde de transitie van de jeugdzorg en de wens van gemeenten om de kosten van de dyslexiezorg omlaag te brengen. “Het terugdringen van de prevalentie was bij zorgverzekeraars al een gespreksonderwerp, maar toen de budgetten naar de gemeenten overgingen, werd deze kwestie nog prangender”, vertelt Dewi Rijks.

Diagnose filtert onvoldoende

“Liesbeths onderzoek toonde aan dat we met onze diagnostiek niet zo goed in staat zijn om de juiste kinderen – die écht dyslexiezorg nodig hebben – eruit te filteren. Het is soms lastig te bepalen waar de lees- en spellingachterstand van een kind vandaan komt. Er wordt al snel aan dyslexie gedacht, maar het is ingewikkeld om de diagnose ernstige, enkelvoudige dyslexie (EED) te stellen omdat er veel factoren meespelen. Met de huidige onderzoeksmiddelen zijn we onvoldoende in staat om die andere factoren uit te sluiten. Daar komt bij dat we uit eigen ervaring wisten dat er in de behandeling heel grote verschillen zijn tussen kinderen. Er zijn kinderen die aan het begin van de behandeling enorm profiteren, soms komen zij zelfs op een gemiddeld leesniveau uit. Deze kinderen hebben dus geen EED, maar omdat de dyslexiezorg helemaal geprotocolleerd is, kun je hun behandeltraject niet zomaar afbreken. Deze kinderen krijgen dus ten onrechte een behandeltraject en een dyslexieverklaring.”

Uitgestelde diagnose

Op basis van het promotieonderzoek en de eigen praktijkervaring heeft Marant besloten om in een innovatietraject de dyslexiezorg fundamenteel anders in te richten. Na een eerste screening door een gz-psycholoog krijgen alle kinderen twaalf behandelingen, het diagnosetraject wordt dus uitgesteld.
“We gaan eerst met de kinderen aan het werk en geven ze wat ze nodig hebben. Want dát ze iets nodig hebben, is duidelijk. Ze zijn niet voor niets bij ons. Blijkbaar hebben deze kinderen onvoldoende kunnen profiteren van de interventies van de school. In twaalf behandelingen kunnen wij goed zien wie grote sprongen maakt en wie niet. De kinderen die veel progressie boeken, hebben andere ondersteuning nodig. Die ondersteuning kan de school bieden.”

Scholen sterker maken

Marant laat deze kinderen overigens niet los. “We blijven ze periodiek volgen en hebben gesprekken met de ib’er en de leerkracht: wat hebben wij in de behandeling nou gedaan dat zo goed aansloeg en hoe kun je dit in de onderwijspraktijk toepassen? Met deze benadering versterken wij dus het lees- en spellingsonderwijs en de leerkrachten. Wat de leerkracht van ons leert voor dat ene kind kan ook worden toegepast bij al die andere kinderen die moeite hebben met lezen en spellen maar geen dyslexie hebben.”
Als in de twaalf behandelingen het EED-vermoeden wordt bevestigd, volgt alsnog een diagnosetraject. “Bij sommige kinderen is er nog twijfel, bij anderen is het volkomen duidelijk dat er sprake is van EED. Toch is ook dan diagnostisch onderzoek zinvol, omdat we daardoor beter kunnen inspelen op de specifieke behoeften van het kind.”

Gemeente als partner

Hoe reageren gemeenten op jullie verhaal, vragen we Dewi. “We wijken af van het protocol, dus daar schrikken gemeenten wel van. Het helpt dat we ons verhaal met wetenschappelijk onderzoek kunnen onderbouwen, maar het vraagt veel uitleg om gemeenten ervan te overtuigen dat wij betere zorg leveren voor minder geld.”
Overbetuwe was de eerste gemeente die zei: hier geloven we in, dit moet gebeuren. Dewi benadrukt hoe belangrijk zulk commitment is. “Met de steun van de gemeente wordt het makkelijker om het onderwijs te activeren en te zorgen dat zij hun rol en verantwoordelijkheid pakken. Deze nieuwe werkwijze betekent veel voor de ondersteuning die kinderen op school krijgen. Dat vraagt een investering, naast alles wat scholen al op hun bordje hebben liggen.”

Ouders nauw betrokken

Ook de communicatie met ouders vraagt veel aandacht. “Het is voor ouders best spannend wanneer wij na twaalf behandelingen zeggen: we denken dat de school dit af zou moeten kunnen. Ouders willen niet dan hun kind te kort wordt gedaan. En misschien zijn er ook wel ouders die het sowieso fijn vinden als hun kind anderhalf jaar in behandeling is… We moeten dus goed uitleggen wat we doen en waarom we dat doen.”
Als de dyslexiezorg na twaalf behandelingen wél wordt voortgezet, betrekt Marant de ouders nog nauwer dan voorheen. “We geven extra, actieve ouderbijeenkomsten en hebben bijvoorbeeld instructiefilmpjes gemaakt, waarin ouders kunnen zien hoe zij hun kind goed kunnen begeleiden.”

Dewi Rijks in de BARD

Dewi Rijks treedt met ingang van 2019 toe tot de BARD, de Beleidsadviesraad van het NKD. “Ik denk dat ik ook buiten Marant een bijdrage kan leveren aan het werkveld. Neem bijvoorbeeld het terugdringen van de prevalentie. Daarbij ligt wat mij betreft de oplossing vooral in het verbinden van zorg en onderwijs. Ook het imagoprobleem van de dyslexiezorg vraagt om een oplossing. We kennen allemaal de vernietigende uitzending van Rambam. Het NKD kan een belangrijke rol spelen in het bewaken van de kwaliteit; daar hebben alle NKD-leden belang bij.”

Back to top