Ga naar de inhoud
Als het over kwaliteit in dyslexiezorg gaat

NIEUWSBRIEF 15

Liesbeth Tilanus bepleit innovatie van dyslexiezorg

Wat zijn de effecten van behandelingen binnen de vergoede dyslexiezorg? Begin november promoveerde Liesbeth Tilanus op haar onderzoek hiernaar. Tilanus’ onderzoek biedt handvatten voor het versterken van zorgniveau 3. Dit kan het aantal kinderen met ernstige dyslexie verminderen. De dyslexiebehandeling kan een specialistischer karakter krijgen. Lees het interview met Liesbeth Tilanus.

Afbeelding van Liesbeth Tilanus met twee kinderprofessoren tijdens de kinderpromotie

Toen Liesbeth Tilanus na haar studie als dyslexiebehandelaar aan het werk ging, plaatste ze eigenlijk al snel vraagtekens bij het landelijke Protocol Dyslexie Diagnose & Behandeling. “Ik moest aan het werk met een protocol dat me wordt opgelegd. Ging de behandeling zorgen voor een hoger niveau van lezen en spellen? Ik was daar best kritisch over. In de diagnose stel je immers een bepaalde ernst en hardnekkigheid van het probleem vast, evenals de didactische resistentie van het kind. Waarom zou behandelen en remediëren zin hebben? Waarom zou het kind opeens wel vooruitgaan? Deze vragen waren het startpunt van mijn promotieonderzoek.”

Minder kinderen in meer specialistische zorg

Marant heeft in 2016 een deel van haar dyslexiezorg ingrijpend getransformeerd, de nieuwe werkwijze heet IDEE. Er wordt niet meer gestart met diagnostiek maar met twaalf behandelingen. Veel kinderen gaan in die twaalf behandelingen zodanig vooruit dat er geen diagnostiek meer nodig is. Zij worden terugverwezen naar school, waar de leerkracht door een behandelaar van Marant wordt gecoacht om het kind zo goed mogelijk te ondersteunen. Er vindt monitoring plaats en de deur naar de zorg blijft altijd open staan als de scores van het kind in de zwakste 10 procent blijven.
Bij de andere kinderen volgt wél diagnostiek. Wanneer de dyslexie niet ernstig is, volgt eveneens een terugverwijzing naar school. Alleen bij ernstige enkelvoudige dyslexie (EED) zet Marant de behandeling zelf voort. “Dan heb je het over kinderen met een heel scala aan onderliggende problematiek, die specialistische zorg nodig hebben. Aan hun brede fonologische tekort kleven veel neurocognitieve aspecten, die in mijn ogen uitgangspunt zouden moeten vormen voor een specialistische behandeling.”
Liesbeth is ervan overtuigd dat er meer recht wordt gedaan aan de kwaliteiten van de orthopedagoog als zorgniveau 3 wordt verrijkt en de dyslexiebehandeling specialistischer wordt. “Voor de behandelaar zal het weer een echte uitdaging zijn om behandeleffecten te halen!”

Dit geeft te denken

Het is zaak om te doorgronden waarom er in die eerste twaalf behandelingen zoveel vooruitgang wordt geboekt. Liesbeth: “Feitelijk zou je als dyslexiezorg ongelofelijk veel moeite moeten doen om rendement te halen uit de behandeling. Maar de werkelijkheid is anders. Je start bij wijze van spreken op pagina één van het Protocol en na twaalf behandelingen heb je een mooi resultaat geboekt. Dat zet me wel aan het denken. Waarom scoort dit ‘didactisch resistente’ kind in drie periodes achter elkaar een E en boekt het in onze behandeling zo snel dit resultaat? Het is belangrijk om te kijken wat we hiervan kunnen leren. Zeker als je weet dat het aanvangsniveau de belangrijkste voorspeller is voor de uiteindelijke behandeluitkomst, wil je niet dat er tijd verloren gaat.”

Behandelkennis integreren in onderwijs

Vanuit deze gedachte zou Liesbeth graag de werkzame componenten uit de eerste twaalf behandelingen integreren in het onderwijs. Bij een aanzienlijk deel van de kinderen zullen de lees- en spellingproblemen dusdanig verminderen, dat een verwijzing naar de zorg niet meer nodig is. En de kinderen die daadwerkelijk ernstige dyslexie hebben, hebben een grotere kans om een hoger aanvangsniveau te bereiken. “Dit kind zit dan misschien wel op D-niveau of op een hoge E.”Liesbeth legt uit om wat voor componenten het zoal gaat: “We zien bijvoorbeeld dat de letterkennis bij aanvang, in de diagnostische fase, onvolledig is. Kinderen kunnen niet nauwkeurig en niet snel decoderen. Die letterkennis zou ik sowieso graag expliciete, maar wellicht ook op een andere manier aangeleerd willen zien in het onderwijs.”

Daarnaast is het belangrijk dat er meer evidentie komt voor IDEE. “We kunnen niet uitsluitend afgaan op de bevindingen in onze regio. Ik zou graag zien dat deze aanpak ook elders van de grond komt. Dan hebben we meer data om conclusies aan te verbinden. Als we een slag willen slaan in de dyslexiezorg, kosten willen besparen en de zorg overeind willen houden, is dit het moment om de koppen bij elkaar te steken.”

Herziening Protocol onvermijdelijk

Wat betekent dit voor het huidige Protocol Dyslexie Diagnose & Behandeling? “Ik denk dat het Protocol in de toekomst anders vormgegeven zou kunnen worden. Binnen de onderkennende diagnostiek kan veel scherper onderscheid worden gemaakt in het type lees- en type spellingprobleem, zodat het kind op een gespecialiseerde wijze behandeld kan gaan worden. De behandeling zou wat mij betreft nog steeds geprotocolleerd moeten zijn, maar er kan een clustering worden gemaakt, bijvoorbeeld op basis van twee à vier typen dyslexie.”
Het liefst zou Liesbeth een volledig nieuw kader ontwerpen. “Met mijn onderzoek hebben we een bulk aan nieuwe kennis en inzichten, die kunnen zorgen voor een verrijking van het Protocol – een Protocol dat nog meer bijdraagt aan effectieve zorg voor een kind met (een ernstige vorm van) dyslexie. Op basis van mijn onderzoek lijkt mij een aanpassing van het protocol onvermijdelijk.”

Rol voor het NKD

Over de mogelijke rol die het NKD hierin kan spelen, zegt Liesbeth: “Het is belangrijk dat het NKD de juiste mensen bij elkaar brengt en bepaalt welk doel ze voor ogen heeft. De kwaliteit van het onderwijs optimaliseren, de zorg specialiseren of beide? En wat voor menskracht heb je daarvoor nodig? Het moet een heel doordacht, operationeel plaatje worden.”

‘Dissertatie’ voor kinderen

Liesbeths hart ligt bij de wetenschap én bij kinderen. Daarom heeft ze haar proefschrift ‘vertaald’ voor kinderen. Samen met Monique van der Zanden schreef ze Een kroon voor een kanjer. “Het is een heel spannend avonturenboek geworden, waarin niet alleen aspecten van mijn onderzoek verweven zijn, maar bijvoorbeeld ook psycho-educatieve informatie. Het boek richt zich ook op ‘de pesters’, dus dat stukje zit er ook zeker in. Van kinderen, ouders en scholen heb ik inmiddels ongelofelijk veel leuke reacties gekregen. Echt hartverwarmend!”

Afbeelding van het boek 'Een kroon voor een kanjer'

Meer lezen

  • Toelichting op IDEE: een concept voor innovatieve dyslexiezorg.
  • White paper met een samenvatting van de onderzoeksresultaten. U kunt dit opvragen bij Marant.

Opleiding door Liesbeth Tilanus

Bent u orthopedagoog, psycholoog of dyslexieprofessional en smaakt het interview met Liesbeth Tilanus naar meer? In 2020 gaat zij bij de Dyslexie Academie een opleiding verzorgen. U krijgt kennis over de nieuwste wetenschappelijke inzichten en legt de koppeling naar de praktijk.
Voor meer informatie: dyslexie-academie.nl

Back to top