Ga naar de inhoud
Als het over kwaliteit in dyslexiezorg gaat

NIEUWSBRIEF 11

De praktijk in beeld

Op welke manier zijn dyslexiepraktijken bezig met innovatie? ZIEN in de Klas (Maarssen) ontwikkelde een nieuwe behandelmethode. Belangrijke elementen: vergroten van motivatie en versterken van eigenaarschap. Om scholen te faciliteren bij het goed invullen van zorgniveau 3 werd ook een nieuwe spellingsmethode ontwikkeld. Lees het interview met Nienke Scholte Lubberink, manager dyslexiezorg. 

ZIEN in de Klas is zo’n tien jaar geleden van start gegaan als klein onderwijsadviesbureau; dyslexieonderzoek en -behandeling kwam er op een later moment bij. Inmiddels werken er in de dyslexiezorg z’n dertig medewerkers, naast veertig collega’s in de schoolbegeleiding. De behandelaars hebben allemaal hun eigen ervaring met verschillende behandelmethodes. “Wij hadden het gevoel dat er in elke methode wel iets ontbrak. Daarom hebben we de stoute schoenen aangetrokken en zijn zelf een methode gaan schrijven”, vertelt Nienke Scholte Lubberink, manager dyslexiezorg.

Vergroten motivatie

“Voorheen zagen we dat leerlingen het vaak niet leuk vonden om met hun spullen aan de slag te gaan. Met een vragenlijst is aan kinderen gevraagd wat hen wél zou kunnen motiveren. ‘Mooie spullen’ sprong er heel erg uit.” Voor de nieuwe behandelmethode zijn daarom allerlei stoere materialen ontwikkeld die echt kwaliteit uitstralen. Bijvoorbeeld een fancy koffer, fleurige werkboeken en een kubus voor op hun tafel dat zo gek in elkaar zit dat je er bijna niet vanaf kunt blijven. “Tijdens het ontwikkelproces legde onze grafisch ontwerper allerlei materialen en karaktertjes aan hen voor. Met hun feedback konden we die steeds beter maken.”
Voor de kinderen die een dyslexiebehandeling volgen, voelt het huiswerk vaak als corvee. “Dat snappen we heel goed en daarom hebben we geprobeerd om ook de werkboeken zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Oefeningen worden bijvoorbeeld niet vaak herhaald, waardoor leerlingen (en hun ouders!) uitgedaagd blijven.”

Eigenaarschap leerling

Met de nieuwe methode wil ZIEN in de Klas het eigenaarschap van de leerling vergroten. De ervaring is namelijk dat leerlingen vaak voor de behandelaar werken. Gaandeweg het traject, verliest de leerling zijn motivatie. In de nieuw ontwikkelde behandeling wordt er onder meer gewerkt met een ‘schaalkaart’, waarop leerlingen zichzelf kunnen inschalen. Daardoor groeit hun bewustzijn: waar ben ik nu, waar wil ik naartoe, wat ga ik leren. Ook krijgen zij een paspoort, waarin ze bepaalde dingen over zichzelf kunnen schrijven, bijvoorbeeld over de boeken die ze gelezen hebben of hun onderwijsbehoeften. “De leerlingen vinden heel leuk om dat paspoort aan hun leerkracht te laten zien en om te vragen of die er iets in schrijft. Via dat paspoort houden we de leerkracht dus ook betrokken.”
Om het leren letterlijk zichtbaar te maken, krijgen de leerlingen ook een ‘schatkaart’. De eilandjes die de leerlingen kunnen inkleuren, verbeelden allerlei regels en subdoelen. “Als ze weer een eilandje mogen inkleuren, zijn ze zichtbaar trots. En als ze denken ‘o, ik zit vast, ik kom echt niet verder…’ kun je met die schatkaart goed laten zien wat ze allemaal al bereikt hebben. Dat werkt heel motiverend!”

Afbeelding van de materialen van ZIEN in de Klas

Eigenaarschap van álle betrokkenen

Het versterken van het eigenaarschap van leerkrachten en ouders is eveneens belangrijk. Daarom start elke dyslexiebehandeling met een gesprek tussen leerling, ouders, leerkracht, ib’er en behandelaar. “We bespreken het behandelcontract, waarin de verantwoordelijkheden van élke partij ter tafel komen. Leerlingen hebben vaak het gevoel dat alles op hun schouders neerkomt. Met dat startgesprek laten we de leerling zien: we doen het sámen met jou. Dat ontzorgt en ontstrest de leerling.”
Ouders worden op weg geholpen om hun rol te pakken. Zo zit in de leerlingkoffer bijvoorbeeld een ouderhandleiding, met tips hoe je thuis het beste met je kind aan de slag kunt en suggesties voor spellen die ouders met hun kind kunnen doen om het huiswerk leuk te houden.

Tijdwinst

Nienke legt uit hoe waardevol het is dat je in dit startgesprek allerlei verwachtingen kunt verduidelijken. “Voorheen liepen verwachtingen nogal eens langs elkaar heen. Dan dacht de school bijvoorbeeld dat wij iets zouden oppakken, of de ouders dachten dat de school dat zou doen. Nu zijn dingen van begin af aan helder. Dat startgesprek vergroot ieders bewustzijn en levert gedurende de behandeling daadwerkelijk tijdwinst op. We komen sneller tot resultaat, de gemiddelde behandelduur is nu 42 uur.”
Om de communicatie efficiënt te laten verlopen, werd ook een online inlogomgeving ingericht. Leerkrachten kunnen hierop alle relevante info vinden. Met de speciale communicatietool kan iedereen makkelijk met elkaar communiceren.

Resultaat

ZIEN in de Klas gaat samen met de universiteit effectonderzoek doen, maar de resultaten daarvan zijn nog niet bekend. “We hebben natuurlijk wel onze cliëntenevaluaties, en daaruit blijkt duidelijk dat de kinderen een stuk gemotiveerder zijn. Ook onze behandelaren zijn veel gemotiveerder en we zien bij scholen en ouders meer betrokkenheid.  Dat vinden we hoe dan ook een positief resultaat!”

Ondersteuningsniveau 3

‘Alle kinderen gelukkig zien door te investeren in goed onderwijs’ is de missie van ZIEN in de Klas. Om die reden werd vorig jaar samen met Squla het programma TaalExtra ontwikkeld, vooral bedoeld voor leerlingen die veel moeite hebben met spellen maar net geen EED-diagnose krijgen.
Daarnaast werd een remediërende spellingmethode ontwikkeld, die aan de door het NKD opgestelde richtlijnen voor ondersteuningsniveau 2 en 3 voldoet: het protocol DD&B 2.0 voldoet: Leren Lukt in de Klas. Scholen kunnen deze methode gebruiken om het spellingonderwijs op ondersteuningsniveau 3 goed vorm te geven.

Back to top