Ga naar de inhoud
Als het over kwaliteit in dyslexiezorg gaat

NIEUWSBRIEF 35

Bibliotherapie #BOOK laat leerlingen groeien

Speciaal voor deze WARD-speciaal zitten Jurgen Tijms (lid van de WARD) en Marzena Rolak* (specialist op het gebied van dyslexie) aan tafel. Samen gaan ze in gesprek over #BOOK, een van de projecten waarbij Jurgen Tijms betrokken is. #BOOK is een ‘bibliotherapeutische boekenclub’ die zich richt op het versterken van leesmotivatie, leesbegrip en sociaal-emotionele vaardigheden.

Eigen belevingswereld en uitdagingen

De Amerikaanse Jody Polleck ontwikkelde #BOOK, deed er zo’n vijftien jaar onderzoek naar en bewerkte het samen met Jurgen Tijms/UvA voor het Nederlandse onderwijs. #BOOK is een boekenclub met drie doelstellingen: verbeteren van leesbegrip, stimuleren van leesmotivatie en bevorderen zelfreflectie/sociaal-emotioneel leren. De opzet is betrekkelijk eenvoudig: leerlingen gaan een half jaar lang in een klein groepje aan de slag met boeken die aansluiten bij hun eigen belevingswereld en bij de uitdagingen waar ze voor staan. Jurgen legt uit:  ‘Zo probeer je met de boeken persoonlijk nut te creëren. De leerlingen komen wekelijks bij elkaar om over het boek te praten, onder leiding van een facilitator. Ze gaan dan in op de thematiek in het boek. Als de hoofdpersoon bijvoorbeeld iets moeilijks op een bepaalde manier oplost, kun je daar met elkaar over praten: hoe zou jij het oplossen, heb je zelf weleens zoiets ervaren, wat heb je toen gedaan? Je maakt thema’s uit hun dagelijks leven dus bespreekbaar vanuit de veilige omgeving van het boek. Niet voor niets wordt #BOOK ook wel bibliotherapie genoemd. Door de gesprekken kunnen leerlingen hun perspectief verbreden en van elkaar leren. Ook ontwikkelen ze basale sociaal-emotionele vaardigheden, zoals naar elkaar luisteren en elkaar laten uitpraten.’

Essentiële gespreksvaardigheden

‘Ik vind de naam bibliotherapie interessant, maar tegelijkertijd vraag ik me af of bijvoorbeeld docenten in staat zijn om zo’n proces te faciliteren. In mijn training Dyslexiecoach zie ik dat het voor veel vo-docenten nog een ontwikkelpunt is om motiverende gesprekstechnieken bewust in te zetten’, merkt Marzena op. Jurgen erkent dit aandachtspunt: ‘In deze fase van het project hebben studenten en net afgestudeerden de rol van facilitator, de meesten met een achtergrond in psychologie of orthopedagogiek. Bijkomend voordeel is dat leerlingen zich tegenover zo’n ‘vreemde’ misschien eerder open durven te stellen over persoonlijke zaken. Uiteindelijk is het natuurlijk de bedoeling dat iemand op school de rol van facilitator invult, bijvoorbeeld een docent of mediathecaris.’ Marzena heeft de ervaring dat leerlingen zich best wel open durven te stellen over persoonlijke dingen, ook tegenover een docent. Zij zegt daarover: ‘Dan moet de docent wel kunnen switchen naar de rol van coach. Ik leer aspirant-dyslexiecoaches hoe ze het gesprek kunnen voeren met leerlingen. Door simpele gesprekstechnieken krijgen ze heel andere kanten van leerlingen te zien. Als leerlingen maar voelen dat er tijd en ruimte voor hen is, dat er naar ze geluisterd wordt.’

Je open durven stellen

En durven leerlingen zich eigenlijk wel open te stellen voor elkaar? Ook hier heeft Marzena vertrouwen in, maar benadrukt daarbij de rol van de facilitator. ‘Die moet een veilige sfeer scheppen. Het is belangrijk om samen een aantal duidelijke regels af te spreken, zoals: alles wat gezegd wordt blijft in de groep, we lachen niet om persoonlijke dingen en we respecteren elkaar. Mijn ervaring is dat het goed werkt om te starten vanuit de positieve kant. Begin niet gelijk te praten over problemen of moeilijke dingen, maar start bijvoorbeeld met een kwaliteits-rollenspel. Dan is er bij iedereen gelijk een positieve vibe.’

Het goede boek kiezen

De keuze van het boek dat de leerlingen lezen, luistert nauw. Jurgen: ‘Om te beginnen moet het boek realistisch zijn en is het belangrijk om te letten op woordenschat en complexiteit. Om te stimuleren dat leerlingen actief lezen, gebruiken we een schriftje met bijvoorbeeld (lees)vragen en tips. Ook stimuleren we om korte aantekeningen te maken, omdat we weten dat dat leesbegrip bevordert.’
Marzena herkent in #BOOK veel elementen van andere projecten. Zij wijst in dit verband naar Rijke taal, het boek van Erna van Koeven en Anneke Smits over taaldidactiek voor het (v)mbo. Zij zegt: ‘Zij hanteren een heldere formule: begrijpend lezen = decodeervaardigheden + actief denken + leesmotivatie + kwaliteit van de tekst. In jullie project zie ik al deze elementen terug, behalve ‘decodeervaardigheden’.  Om ook leerlingen met lage decodeervaardigheden bij dit project te betrekken, hoef je volgens mij helemaal niet zoveel aanpassingen te doen. Je zou bijvoorbeeld een leesapp kunnen aanbieden, die gratis toegang biedt tot luisterboeken en minder nadruk leggen op het maken van schriftelijke notities. Maar er zijn natuurlijk nog meer oplossingen denkbaar.’ Jurgen reageert: ‘Het bevorderen van decodeervaardigheden is niet de insteek van dit project, het gaat primair om leesmotivatie en leesbegrip. Het is natuurlijk ook niet zo dat je met één interventie alle problemen kunt oplossen, maar ik denk dat #BOOK wel een mooi stuk extra gereedschap voor scholen is.’

Transfer dyslexiezorg – onderwijs

Overigens denkt Jurgen dat #BOOK ook een nuttige interventie kan zijn als er sprake is dyslexie, het was zelfs een overweging om #BOOK naar Nederland te halen. Hij legt uit: ‘Het aanleren van decodeervaardigheden is niet per se motiverend voor een kind. Als leerlingen een hekel hebben aan lezen, kan het nuttig zijn om te kijken hoe je het betekenisvoller kan maken. Deze boekenclub kan daar wellicht een rol in spelen.’ Marzena ziet gelijk mooie mogelijkheden: ‘Ik kan me voorstellen dat een dyslexiebehandelaar sámen met iemand van de school zo’n boekenclub gaat draaien. Ik denk dat het voor docenten heel stimulerend kan zijn om te zien hoe iemand vanuit een totaal andere invalshoek met kinderen werkt, het gesprek aangaat, een veilige sfeer creëert. Dan heb je een mooie transitie van dyslexiezorg naar onderwijs. Na verloop van tijd kan de school het zelf dan helemaal overnemen.’

Vervolg

In een eerdere fase is de werkzaamheid van #BOOK in kaart gebracht op drie vmbo-scholen. Het bleek dat de deelnemende leerlingen na afloop een hogere leesmotivatie en een beter leesbegrip hadden en ook gegroeid waren in sociaal-emotionele competenties. In oktober krijgt #BOOK een vervolg op vijf vso-scholen. Erasmus Universiteit doet de evaluatie hiervan.

Informatie

Lees meer over #BOOK.

* Marzena Rolak had tot 2019 een eigen dyslexiepraktijk, nu richt ze zich vooral op het overdragen van kennis aan mensen in het onderwijs. Ze verzorgt onder meer opleidingen en trainingen in het vo, mbo en hoger onderwijs, adviseert scholen over hun dyslexiebeleid en ontwikkelde de methode Dyslexiesleutels. Marzena is nauw betrokken bij Dyslexie Centraal; ze zit in de stuurgroep en de werkgroep VO.

Back to top